Venapunctie Les 1

Venapunctie



kennis en quiz!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
SkillsMBOStudiejaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Venapunctie



kennis en quiz!

Slide 1 - Slide

Wat zijn geschikte plaatsen voor bloedafname?

Slide 2 - Mind map

Plekken die geschikt zijn voor bloedafname
Oppervlakkige aders van:
  • de elleboog
  • de handrug 
  • de onderarm 
  • de enkels.
  •  De elleboogplooi is het gemakkelijkst en geeft het minste pijn, deze is dus het meest geschikt voor bloedafname.


Slide 3 - Slide

Welke complicaties kun je tegenkomen tijdens het uitvoeren vd venapunctie?

Slide 4 - Mind map

Complicaties



- ader wordt niet voldoende zichtbaar
- ader voelt hard aan
-ader rolt weg
- er stroomt helderrood pulserend bloed in de buis -> afdrukken
- er ontstaat een zwelling of hematoom
- misprikken

Slide 5 - Slide

Contra- indicaties
voor venapunctie

Slide 6 - Mind map

Contra- indicaties venapunctie
Shunt (dialyse)
Trauma aan extremiteit
Trombose of oedemateus gebied
Huiddefecten (bestraald of ontstoken gebied-littekens-moedervlekken-huiduitslag etc.)
Aan zijde met perifeer infuus of totale mastectomie
Verlamde ledematen
Bij voorkeur niet in de arm bij nierfalen

Slide 7 - Slide

Welke tips heb je om venen zichtbaar en/of
voelbaar te maken?

Slide 8 - Mind map

Na hoeveel keer verkeerd prikken moet je de venapunctie overdragen aan een collega?
A
1x
B
3x
C
2x
D
4x

Slide 9 - Quiz

mevr. Pietersen heeft een hematoom opgelopen tijdens de venapunctie. Wat betekent dit?
A
een blauwe plek op de plaats waar geprikt is
B
mevrouw lijdt aan een stollingsziekte.
C
huidafwijking op basis van een schimmel
D
mevrouw reageert heel extreem op aanprikken

Slide 10 - Quiz

Buizen
Je neemt bloed af met  met een gesloten vacuümsysteem. Met dit systeem kunnen meerdere buisjes bloed op een veilige en hygiënische manier worden afgenomen.De werking van het systeem berust op de onderdruk in de bloedbuizen.

Vul bloedbuisjes met het juiste volume! 
                               Let op! Ondervulde buizen geven vals verhoogde stollingstijden door          
                               verdunning van het monster met citraat.

Meng het monster direct met het anticoagulant door het enkele malen voorzichtig te zwenken.

Slide 11 - Slide

Buizen
Citraat (blauw): stollingsonderzoek 
EDTA (paars): hematologische bepalingen zoals Ht, reticulocyten, thrombocyten, leuko’s 
Heparine (groen): klinisch chemische bepalingen: ureum, natrium, totaal calcium, AST. 
NaF (grijs): glucose (indien het bloed niet binnen een uur kan worden afgedraaid) en lactaat. 

Serum (rood): TE, albumine, eiwitspectrum. Geen anticoagulant
1. routine stolling
2. serum
3. EDTA
4. glucose
5. alle andere buizen

Slide 12 - Slide

Volgorde Buizen
Bloedkweek!
1. routine stolling
2. serum
3. Heparine
4. EDTA (ethyleendiaminetetra-azijnzuur)
5. glucose
6. alle andere buizen

Slide 13 - Slide

Je hebt de opdracht gekregen om bij Mw Schol 3 buisjes bloed af te nemen. Wanneer maak je de stuwband los?
A
Wanneer ik bloed in het buisje zie lopen
B
Halverwege buisje 2
C
Tijdens het vullen van buisje 3
D
Als alle buisjes vol zijn

Slide 14 - Quiz

Wat een aandachtspunt voor jou als verpleegkundige?
A
Direct naar het lab brengen om stolling te voorkomen
B
Volgorde van afname van de buisjes
C
Hoevaak mw al gecontroleerd is op hetgeen geprikt gaat worden
D
Niet te sterk stuwen omdat dit invloed heeft op de uitslag.

Slide 15 - Quiz

Hoelang moet je de ader afdrukken nadat je geprikt hebt, dit is afhankelijk van....
A
Leeftijd patient
B
Hoeveel buisjes je hebt afgenomen
C
Medicatie gebruik
D
Ziektebeeld

Slide 16 - Quiz

Een patient valt tijdens het prikken minder vaak flauw als hij/zij.....
A
Voor afname een halve liter water drinkt
B
Tijdens de afname zijn bilspieren aanspant
C
Zijn benen kruist tijdens afname
D
Voor het afnemen op gebalde hand blaast

Slide 17 - Quiz

Aandachtpunten
- Huiddesinfectie alleen  bij afname van bloed voor een bloedkweek en bij patiënten met een verminderde weerstand.
- Als er geen bloed in de buis komt, kun je de naald voorzichtig wat terugtrekken. Zoek echter niet te lang!
- Houd de stuwband nooit langer dan 2 minuten aangetrokken



Slide 18 - Slide

Aandachtpunten
- Na twee keer een mislukte prikpoging, vraag een collega. Iedere keer om toestemming van patiënt vragen
- Stuwband direct losmaken wanneer er meteen na inbrengen van de naald een bloeduitstorting ontstaat.
- Bloedbuizen rustig zwenken; niet schudden!

Slide 19 - Slide

Aandachtpunten
- Een patiënt valt minder vaak flauw als hij voor afname een halve liter water drinkt en tijdens de afname zijn bilspieren aanspant en de benen gekruist zijn.
- Naalden direct in naaldencontainer!

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Slide