H1 woordenschat overhoring
Opdracht 1Je krijgt een woordenlijst. Het is de bedoeling dat je in 2 minuten zoveel mogelijk woordbetekenissen opschrijft.
Na 2 minuten volgt een stopsignaal.
Opdracht 2
Kies 5 woorden uit de lijst, die je elk in een betekenisvolle zin zet. Elke zin moet minimaal 2 persoonsvormen hebben.
Let op: gebruik andere woorden dan die je in de vorige opdracht gebruikte.