HAVO 2 - Leesvaardigheid - H3 - opdracht 2

H2b
Goedemorgen!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H2b
Goedemorgen!

Slide 1 - Slide

Planning vandaag

   1.  Lesdoelen   
   2. Huiswerk bespreken
   3. Ophalen voorkennis
   4. Afronding & huiswerk

Slide 2 - Slide

Lesdoelen

Aan het einde van deze les:


  • kun je een vergelijkend verband, een doel-middelverband en een samenvattend verband   herkennen in een tekst door gebruik te maken van signaalwoorden
  • kun je deze tekstverbanden herkennen aan hun signaalwoorden
  • weet je wat een feit, een mening en argumenten zijn

Slide 3 - Slide

Huiswerk bespreken

Neem je huiswerk voor je. We bespreken 
een aantal vragen uit opdracht 2.

Slide 4 - Slide

Vraag 1: Wat is het onderwerp van de tekst 'Weet waar je koopt'?

Slide 5 - Open question

Vraag 5: Aan welke woorden herken je het vergelijkend verband in alinea 1?

Slide 6 - Open question

Vraag 8: Welke twee middelen zetten doorverkopers in om aan kaartjes te komen?

Slide 7 - Open question

Vraag 9: Aan welke signaalwoorden herkende je die twee middelen (vraag 8)?

Slide 8 - Open question

Vraag 13: Welke signaalwoorden voor een chronologisch verband herken je in alinea 6?

Slide 9 - Open question

En verder?
Voor de volgende les heb je de rest van de opdracht zelf nagekeken: de antwoorden daarvoor staan bij de volgende les in de bijlage.

Slide 10 - Slide


Feit, mening, argument
  • een feit is waar en kun je controleren
  • een mening is een waardering en kun je niet controleren
  • een argument is een uitleg bij een mening 

Slide 11 - Slide

Maak een zin met een mening en een argument.

Slide 12 - Open question

Feitelijk?

Geef van de volgende meningen aan of de argumenten daarbij feitelijk of niet-feitelijk zijn.

Slide 13 - Slide

De smartphone is onmisbaar.

Je kan er nu bijna overal geld mee overmaken.
A
Feitelijk
B
Niet-feitelijk

Slide 14 - Quiz

Utrecht is een prettige stad om te wonen.

Er wonen in Utrecht veel jonge gezellige mensen.
A
Feitelijk
B
Niet-feitelijk

Slide 15 - Quiz

Je kunt beter met het openbaar vervoer naar Amsterdam gaan.
Het is veel gezelliger om met het openbaar vervoer naar Amsterdam te komen.
A
Feitelijk
B
Niet-feitelijk

Slide 16 - Quiz

Het gratis downloaden van muziek via internet moet strafbaar blijven.
Niet iedereen hoeft alle muziek te kunnen beluisteren.
A
Feitelijk
B
Niet-feitelijk

Slide 17 - Quiz

Maastricht is een prima stad om een dagexcursie voor CKV te organiseren.
In Maastricht kan je verschillende musea en galeries bezoeken.
A
Feitelijk
B
Niet-feitelijk

Slide 18 - Quiz

Lesdoelen

Je kan nu:


  • een vergelijkend verband, een doel-middelverband en een samenvattend verband   herkennen in een tekst door gebruik te maken van signaalwoorden
  • deze tekstverbanden herkennen aan hun signaalwoorden
  • het verschil aangeven tussen een feit, een mening en een argument

Slide 19 - Slide

We oefenen in de lessen nu al een tijdje met leesvaardigheid. Tot de proefwerkweek heb je nu nog 2 lessen en een vragenuurtje. Wat ga je doen?
Niet veel meer, want ik snap alles.
Het huiswerk maken, daarna ben ik er klaar voor.
Het huiswerk maken en extra oefenen.
Extra uitleg vragen, want ik snap er nog te weinig van.

Slide 20 - Poll

Huiswerk en afronding
Maken: Nakijken huiswerk, maken hoofdstuk 4 opdracht 2 + leren tekstverbanden.
Fijn weekend alvast!

Slide 21 - Slide