This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
H3.1 Wat is de vraag?
Deel 1
Slide 1 - Slide
Planning
Uitleg H3.1
Zelfstandig werken
Slide 2 - Slide
Soorten markten
Concrete markt:
Een plaats waar kopers en verkopers bij elkaar komen om goederen te verhandelen.
Abstracte markt:
Het geheel van vraag en aanbod van een product of dienst.
Slide 3 - Slide
Je koopt in de winkel een Boek. Wat voor soort markt past hierbij?
A
Abstracte markt
B
Concrete markt
Slide 4 - Quiz
Betalingsbereidheid
Wat kopers maximaal voor een product willen of kunnen betalen.
Slide 5 - Slide
Consumentensurplus
Het verschil tussen de prijs en de betalingsbereidheid.
Dus als een boek bijvoorbeeld €15,00 kost maar mensen willen er maximaal €25,00 voor betalen, dan spreken we van een consumentensurplus
Het consumentensurplus is bij dit voorbeeld €10,00
Slide 6 - Slide
Wat bepaalt de hoogte van de prijs?
Slide 7 - Open question
Vraaglijn
Lijn waarmee je in een grafiek laat zien hoe de vraag reageert op een verandering in de prijs.
Slide 8 - Slide
Vraagfunctie
Dit is een formule die aangeeft wat de vraag naar een product is bij de verschillende prijzen. Je moet via de vraagfunctie een vraaglijn kunnen tekenen.
Slide 9 - Slide
Vraaglijn tekenen
Vraagfunctie: qv= -0,2p + 75. Nu moet je uitrekenen wat de vraag is als de prijs €0 is. Je vult de formule in:
Qv (dit is de vraag)=-0,2 x 0 + 75= 75. Dus de vraag is 75.
Nu ga je uitrekenen wat de prijs is wanneer de vraag 0 is.
0=-0,2p + 75
0,2p=75
75 : 0,2= 375.
Dus bij een prijs van €375,00 of meer is de vraag 0. Nu kun je de volgende vraaglijn tekenen
Slide 10 - Slide
Vraaglijn
De vraag bij een prijs van €0,00 is 75. De vraag is 0 wanneer de prijs €375,00 is. Vervolgens trek je een rechte lijn naar beide punten.