16e/17e eeuw

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Literatuurgeschiedenis
16e en 17e eeuw

Slide 2 - Slide

Historische context

Ontwikkelingen: hervorming + centralisatie en absolutisme

Slide 3 - Slide

Hervorming
Maarten Luther en Johannes Calvijn willen kerkdiensten en de bijbel in de volkstaal, minder rijkdom, stop verkoop aflaten.

Slide 4 - Slide

Republiek
Karel V en Filips II centraliseerden en wilden absoluut regeren over de Lage Landen

Slide 5 - Slide

Alleen rooms-katholieke geloof toegestaan, protestanten worden vervolgd. Het volk komt in opstand onder leiding van Willem van Oranje. Tachtigjarige Oorlog eindigt met de Vrede van Munster. Ontstaan Republiek. 

Slide 6 - Slide

Gouden Eeuw: bloei handel, wetenschap en kunsten. Onder andere mogelijk door immigratie en koloniale handel.

Slide 7 - Slide

Culturele context

Ontwikkelingen:
Humanisme, Renaissance en de burgerlijke cultuur in de Republiek. 

Slide 8 - Slide

Humanisme: meer nadenken over de mens. Theocentrisch wereldbeeld werd antropocentrisch. Eramsus was belangrijke Nederlandse humanist. 

Slide 9 - Slide

Renaissance: wedergeboorte. Herleving klassieke Oudheid in de kunst en literatuur. Interesse oude mythologie. Leonardo Da Vinci tekende de Vitruvius-man. 

Slide 10 - Slide

Niet de adel en de kerk waren opdrachtgevers, maar de rijke burgers, stadsbesturen en andere instellingen: burgerlijke cultuur

Slide 11 - Slide

Schuttersstuk belangrijk in burgerlijke cultuur. 

Slide 12 - Slide

Maar ook genreschilderijen. Afbeelden van gewone en dagelijkse leven. Vaak ongewenst of onbeschaafd gedrag. 

Slide 13 - Slide

Literaire ontwikkelingen

Verdedigers christelijke en humanistische waarden.

Opbloei renaissanceliteratuur (translatio, imitatio, aemulatio)

Slide 14 - Slide

Gedichten
Epigram: met woordspeling
Embleem: afbeelding met korte tekst/spreuk
Acrostichon: eerste letter elke zin vormt nieuw woord
Sonnet: populaire dichtvorm, 14 regels, rijm

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Rederijkerskamers: verenigingen die zich bezig hielden met literatuur. Bekende leden: G.A. Bredero en P.C. Hooft. 

Slide 17 - Slide

NederduytscHe Academie: toneel in eigen taal, geïnspireerd door klassieken. Functies: onderhouden liefdadigheid en het was opiniërend.

Slide 18 - Slide

Tragedie (treurspel): ondergang, plechtig, onderwerpen uit oudheid. Komedie: herkenning ondeugd uit de burgerij. Beide brengen moraal over. 
Kluchten: onbeschaafd, ongewenst gedrag lagere klassen. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide