herhaling h1-5

Goedemiddag
😒🙁😐🙂😃
1 / 45
next
Slide 1: Poll
BedrijfsadministratieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Goedemiddag
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Regels
- Geen telefoons op tafel
- Oortjes uit
- Petten af
-Jassen uit
- Geen huiswerk= geen toegang
- Te laat? Volgend lesuur naar binnen
 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waar staat het op de balans? 
(sleep de begrippen naar het rode kader)
debetzijde
creditzijde
eigen pand
lening van ouders
lening van bank
eigen vermogen
inventaris
voorraad goederen

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Hoe noemen we de rechterzijde van de balans ?
timer
1:00
A
Liquide middelen
B
Passiva
C
Debet
D
Activa

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Is de balans altijd in evenwicht?
Of zijn er uitzonderingen
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Een balans is een overzicht van
A
bezit, schuld en vreemd vermogen.
B
bezit, winst en vreemd vermogen.
C
bezit, schuld en eigen vermogen.
D
bezit, winst en eigen vermogen.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

welke stelling klopt niet ?
A
een balans is altijd in evenwicht
B
een balans is een momentopname
C
heeft een debetzijde en een creditzijde
D
wordt altijd opgemaakt op 31 december

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Waar staat het Eigen vermogen op de balans?
A
De linkerkant ( debet)
B
De rechterkant (credit)
C
De linkerkant (credit)
D
De rechterkant (debet)

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

De rechterkant van de balans heet
A
Rechts
B
Creditzijde
C
bezit
D
Activa

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

De linkerkant van de balans wordt ook wel passiva genoemd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noemen wij de linkerkant van de balans?
A
Debet
B
Credit

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Onder welke balanspost zetten we de debiteuren
A
Vaste activa
B
Eigen Vermogen
C
Liquide middelen
D
Vlottende activa

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

credit
eigen
vermogen
schulden
bezittingen
Debet

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Liquide middelen
Vaste activa
Vlottende activa
Eigen vermogen
Kort vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen
Gebouw
Bedrijfsterrein
Rabobank rekening
Kas
Debiteuren
Aandelen
Lening (5 jaar)
Hypothecaire lening
Crediteuren
Lening (<1 jaar)

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions


Wat is een voorbeeld van vaste activa?
A
Bedrijfscomputer
B
Voorraad
C
Crediteuren
D
Debiteuren

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van een langlopende lening?
A
Crediteuren
B
Banklening
C
Hypothecaire lening
D
Schuld vriend

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Hoe bereken je het eigen vermogen?
A
Schulden-bezittingen
B
Bezittingen- Schulden
C
Eigen vermogen + Bezittingen
D
Debet- Credit

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort niet bij een bezitting?
A
Crediteuren
B
Debiteuren
C
Bank
D
Kas

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen voorbeeld van kort vreemd vermogen?
A
Crediteuren
B
Af te dragen BTW
C
Hypothecaire lening

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van vaste activa?
A
gebouwen
B
voorraden
C
debiteuren
D
crediteuren

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

leveranciers die wij nog moeten betalen omdat we iets bij hun hebben gekocht zijn...
A
debiteuren
B
crediteuren
C
langlopende schulden
D
voorraad

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Bedragen op de rekening kas en bank samen zijn.
A
permanent vermogen
B
Financiële vaste activa
C
Liquide middelen
D
Rekening courant

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Welke balansmutaties vinden er plaats?
Als:
De onderneming verkoopt goederen op rekening voor €14.200. De inkoopwaarde is €9.400.
A
Debiteuren +€14.200 Voorraad -€9.400 Eigenvermogen+€4.800
B
Debiteuren -€14.200 Voorraad -€9.400 Eigenvermogen+€4.800
C
Debiteuren +€14.200 Voorraad -€14.200
D
Debiteuren +14.200 Voorraad -€9.400 Eigenvermogen-€4.800

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

De rekening van voorraad wordt tijdens het open van een grootboek...
A
gecrediteerd
B
gedebiteerd

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Tot welk soort rekening behoort de grootboekrekening Administratiekosten
A
bezit
B
schuld
C
eigen vermogen
D
hulprekening van het eigen vermogen

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Welke grootboekrekening is een voorbeeld van bezit?
A
Eigen vermogen
B
Crediteuren
C
Bank
D
Energiekosten

Slide 27 - Quiz

C Bank (staat aan de linker kant van de balans = bezit) 
Welke grootboekrekening is een voorbeeld van een HEV?
A
Energiekosten
B
Voorraad
C
Crediteuren
D
Inventaris

Slide 28 - Quiz

A Energiekosten (zorgt voor een toe- of afname van het eigen vermogen).


Alle grootboekenrekeningen bij elkaar noem je
A
Het grootboek
B
de balans
C
de financiële feiten
D
boekingen

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

De rekening van crediteuren wordt tijdens het open van een grootboek...
A
gecrediteerd
B
gedebiteerd

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Liquide middelen
Eigen vermogen
Kort vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen
Vaste activa
Vlottende activa

Slide 31 - Drag question

This item has no instructions

Onder welke categorie valt een hypothecaire lening?
A
Liquide middelen
B
Eigen vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Kort vreemd vermogen

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Het eigen vermogen (EV) bereken je door de het vreemd vermogen (VV) van het totale vermogen (TV) af te trekken:
EV = TV - VV
A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Bereken het EV
Mevrouw Tannouj wil per 1 juli 2023 een feestkledingwinkel voor dames beginnen, ‘DressesByTannouj’.
Hiervoor heeft zij een pand gekocht, ter waarde van €250.000,00 waar zij een 5% hypothecaire lening voor heeft afgesloten ter hoogte van €200.000,00. Ook heeft zij van haar oma €50.000 geleend. Zij heeft €2000 aan contant geld en €3200 op de rekening bij de INGBank. Voor haar winkel heeft ze kledingrekken, kasten en een toonbank nodig, die samen €5000 waard zijn.
Ze heeft alvast wat galajurken ingekocht voor €50.000,00. Deze heeft ze voor de helft betaald, de rest staat nog open. Via Instagram heeft zij al wat jurken verkocht. Dat geld, ter hoogte van €19.800 moet zij nog ontvangen. Ze heeft een rekening courant krediet bij de ABNAMRO-Bank voor €36.150,00.


Slide 34 - Slide

This item has no instructions

18.850
totaal    330.000
totaal    330.000
36.150

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Rubriek 0, 1, 2, 7 horen bij...
A
Proefbalans
B
Saldibalans
C
Winst en verliesrekening
D
Eindbalans

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Rubriek 4, 8 en 9 horen bij...
A
Proefbalans
B
Saldibalans
C
Winst en verliesrekening
D
Eindbalans

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Wat? stensel Kolommenbalans
Hoe? In tweetallen of alleen
Hulp? Vraag eerst aan je buurman of buurvrouw, vervolgens vraag de docent
Tijd: tot 15 minuten
Uitkomst: geen huiswerk
Klaar? vraag docent om antwoordmodel
timer
15:00

Slide 39 - Slide

Leerlingen worden aan de slag gezet door middel van een visueel WHHTUK-model.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Wat? Werkblad Journaliseren
Hoe? In tweetallen of alleen
Hulp? Vraag eerst aan je buurman of buurvrouw, vervolgens vraag de docent
Tijd: tot 14:00
Uitkomst: geen huiswerk
Klaar? vraag docent om antwoordmodel

Slide 41 - Slide

Leerlingen worden aan de slag gezet door middel van een visueel WHHTUK-model.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Onderwerpen die nog onduidelijk zijn?

Slide 44 - Mind map

This item has no instructions

Hoe vonden jullie de les gaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 45 - Poll

This item has no instructions