Skillsles + Fictie 1mh 29/10

Skillsles 1mh 29/10
  • tekst bespreken + vragen maken
  • overige tijd: oefenen op digitale methode of Cambiumned. 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Skillsles 1mh 29/10
  • tekst bespreken + vragen maken
  • overige tijd: oefenen op digitale methode of Cambiumned. 

Slide 1 - Slide

 oefenen op Cambiumned. nl
  • Heb je werkwoordspelling of grammatica De Brug al gemaakt? Zo niet, dan ga je dat eerst doen.
  • werkwoordspelling 
  • grammatica zinsdelen (t/m het lijdend voorwerp)

Slide 2 - Slide

Antwoorden in een hele zin bij leesvaardigheid
Als je antwoord geeft op een vraag, willen we dat je antwoord geeft met een hele zin waarin je de kern van de vraag herhaalt.
Voorbeeld: 
vraag: Wat is de lievelingswinkel van de schrijfster?
Incompleet antwoord: De HEMA.
Goed antwoord: De lievelingswinkel van de schrijfster is de HEMA.
Wat is het onderwerp van de tekst?
Het onderwerp van de tekst is...
Het niet beantwoorden van de vraag in een hele zin is -0.5 van je cijfer.

Slide 3 - Slide

29/10 Fictie D 1mhc
  • Theorie Fictie A-D
  • Fictie D
  • maken opdracht 1
  • Lezen tekst 1/maken opdracht 2
  • toets bespreken/ oefenen voor werkwoordspelling
  • Tijdens het maken van opdracht 1 en 2 roep ik leerlingen bij me om hun boekopdracht te laten zien.

Slide 4 - Slide

Fictie en non-fictie
Fictie: alles wat verzonnen is, bv. leesboek, stripboek, gedichten, enz.
Realistisch: 'net als in het echt'
Niet-realistisch: 'onwerkelijk' en 'kan niet waar zijn'

Non-fictie: alles wat niet verzonnen is, bv. krantenbericht, lesboek


Slide 5 - Slide

De hoofdpersoon
  • Over wie het hele boek gaat
  • Je kunt lezen wat hij zij denkt + voelt
  • Karakter: bv. grappig, lui, onhandig
  • uiterlijke kenmerken:
  • klein, blond, 13 jaar


Slide 6 - Slide

 Inleven
Je voorstellen hoe het is om iemand anders te zijn of hoe iemand anders zich voelt.
(In het ene personage kun je
je inleven, in een ander
personage lukt dat niet.)

Slide 7 - Slide

Genre
Een genre is een verhaalsoort
bv. oorlog, liefde, geschiedenis

Slide 8 - Slide

Cliffhanger
Een cliffhanger is een spannende afloop van een hoofdstuk / fragment of van een verhaalaal. 

Slide 9 - Slide

perspectief in verhaal
ik-vorm = ik-perspectief is als een verhaal in de ik-vorm is geschreven. Je weet wat een persoon denkt en voelt. Het gaat hier om de hoofdpersoon.

Hij-zij-vorm= personaal perspectief. Dit perspectief komt in de meeste boeken voor.

Slide 10 - Slide