Actief of passief?

Actief op passief?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Actief op passief?

Slide 1 - Slide

Wat is een actieve zin?
- In een bedrijvende zin doet het onderwerp wat met een lijdend voorwerp.
- Het onderwerp staat vaak vooraan

Slide 2 - Slide

Actieve zinnen:
-Eduard wast de kleren.
-Fatima had het examen gehaald.
-Linda schreef een boek.

Hier zie je dat het onderwerp ( Linda) wat doet met het lijdend voorwerp (een boek).

Slide 3 - Slide

Wat is een passieve zin?
-  Er komt altijd het hulp werkwoord worden/zijn bij kijken.

- Het onderwerp wordt het lijdend voorwerp in een passieve zin
- De persoonsvorm in de zin wordt een voltooid deelwoord.

Slide 4 - Slide

Passieve zinnen:
- De kleren worden gewassen door Eduard
- Het examen wordt door Fatima gehaald.
- Het boek wordt geschreven door Linda.

Let op! Er staat nu geen lijdend voorwerp meer in de zin.

Slide 5 - Slide

Is de zin 'De kat drinkt melk' Passief of actief?
A
Passief
B
Actief

Slide 6 - Quiz

Is de zin 'Het huis wordt verkocht door de makelaar' Passief of actief?
A
Passief
B
Actief

Slide 7 - Quiz

Is de zin 'De hond bijt de man'. Passief of actief?
A
Passief
B
Actief

Slide 8 - Quiz

Is de zin 'De auto wordt gewassen door mijn vader'? Passief of actief?
A
Passief
B
Actief

Slide 9 - Quiz

Is de zin 'De koelkast is gevuld met eten' Passief of actief?
A
Passief
B
Actief

Slide 10 - Quiz

Is de zin 'De jongen loopt naar de supermarkt'? Passief of actief?
A
Passief
B
Actief

Slide 11 - Quiz

Van actief naar passief
- Het lijdend voorwerp wordt het onderwerp wordt  in een passieve zin
- Het hulpwerkwoord worden/zijn komt erbij.
- De persoonsvorm in de zin wordt een voltooid deelwoord.
Actief: De hond bijt de man.
Passief: De man wordt gebeten door de hond. 

Slide 12 - Slide

Samen
Actief: De klas drinkt een glas melk

Passief: 

Slide 13 - Slide

Samen
Actief: Wij maken ons werk af.

Passief:

Slide 14 - Slide

Is jullie zin actief of passief?

Slide 15 - Slide

Opdracht:
Schrijf op de achterkant van je actieve zin de passieve vorm op.

Slide 16 - Slide

Het diploma is door mij behaald.
De weg wordt door de gids gewezen.
De bollenvelden worden door ons bezocht.
De deur wordt door de schilder geverfd.
De wedstrijd wordt door de scheidsrechter gestaakt.
De vlag wordt door mijn buurman uitgestoken.
“Wie is de Mol” wordt door hem gekeken
De wedstrijd is door haar gewonnen.
Het nest wordt door de merel gebouwd.
Onze woning is door de architect ontworpen
Dat boek wordt door jou gekocht.
Al het snoep is door mij opgegeten.
De vlag wordt door mijn buurman uitgestoken.
“Wie is de Mol” wordt door hem gekeken
De wedstrijd is door haar gewonnen.
Het nest wordt door de merel gebouwd.
Onze woning is door de architect ontworpen
Dat boek wordt door jou gekocht.
Al het snoep is door mij opgegeten.

Slide 17 - Slide

Straks
Aan de slag.
8e jaars maken de voor en achterkant.
6e en 7e jaars alleen de voorkant. 
(zou cool zijn als de achterkant ook lukt!)
Lever ze in, in de taalbak a.u.b.

Slide 18 - Slide

Kijk na, schrijf ze over als je ze niet had. 
het centrum
het recept   
citroen
een narcis 
saucijs
centraal station
cello
Wie had ze allemaal?

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide