5.5:Het rode spook waart door Europa

5.5: Het rode spook waart door Europa
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5.5: Het rode spook waart door Europa

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • vragen over 5.1 t/m 5.4?
  • deelvraag 5.5
  • uitleg 5.5
  • ruimte voor vragen
  • afmaken Social Media opdracht 2 
  • leren voor de toets van volgende les

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les:
... kun je uitleggen hoe de ontevredenheid onder de arbeiders toenam.
... kun je uitleggen welke gevolgen het toenemen van deze ontevredenheid had.
... kun je nieuwe politieke stromingen noemen.
... kun je in je eigen woorden uitleggen wat de begrippen: sociale kwestie, communisme, liberalisme, sociaaldemocraten betekenen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Beschrijf de situatie van de arbeiders

Slide 5 - Mind map

Wat is er nu anders dan toen?

Slide 6 - Mind map

5.5: Het rode spook waart door Europa
Deelvraag: Welke belangengroepen ontstonden om de positie van de arbeiders te verbeteren en de belangen van de fabrikanten te verdedigen.

Fabrikanten vs de arbeiders

Slide 7 - Slide

Arbeiders
  • geen Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap maar Ieder voor zich en God voor ons allen --> zien te overleven.
  • overschot aan arbeiders --> voor jou 10 anderen
  • fabrikanten kunnen arbeidsvoorwaarden bepalen want geen werk is geen inkomen.

Slide 8 - Slide

Sociale kwestie
  • veel burgers maken zich druk om de beroerde omstandigheden van de arbeiders
  • artsen, dominees, priesters, schrijvers, journalisten zien de ellende en zoeken de publiciteit.
  • maatschappelijke discussie komt op gang. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Politieke stromingen:
liberalisme: overheid moet zich zo min mogelijk met de economie bemoeien, kapitalisme blijft zo in stand. De overheid moet de individuele burger zo veel mogelijk zijn gaan laten gaan.

voelen weinig voor het meewerken aan een oplossing voor de sociale kwestie.

Slide 12 - Slide

politieke stromingen
Communisme: klassenstrijd centraal, eindigt in een revolutie met een overwinning voor de arbeiders. Geen kapitalisme meer, ideale samenleving zonder klassen en zonder onderdrukking van de een door de ander.

socialisme: opkomen voor de belangen van arbeiders via wetgeving.

Slide 13 - Slide

de democratie
censuskiesrecht: alleen mannen die een minimum bedrag aan belasting betaalden mochten stellen.

algemeen kiesrecht: pas in 1917, voor vrouwen
                                              pas in 1919

Slide 14 - Slide

aan de slag:
  • leren voor de toets
  • social media opdracht inleveren
  • 5.6 maken als herhaling
  •  

Slide 15 - Slide