Die Antworten der Aufgabe
1. der Lehrer : mannelijk persoon
2. die Mutter : vrouwelijk persoon
3. die Schule : eindigt op een -e, dus vrouwelijk
4. das Buch : onzijdig woord in het NL, dus ook in het Duits
5. der Mittwoch : naam van een dag, dus mannelijk
6. der Norden : windrichting, dus mannelijk
7. das Mädchen : verkleinwoord op -chen, dus onzijdig
8. die Freundin : vrouwelijk persoon
9. der Cousin : mannelijk persoon
10. das Heft : onzijdig woord in het NL, dus ook in het Duits