De OTT

Tegenwoordige tijd -regelmatige werkwoorden 
Bijvoorbeeld: drinken
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Tegenwoordige tijd -regelmatige werkwoorden 
Bijvoorbeeld: drinken

Slide 1 - Slide

Drinken - een regelmatig werkwoord
  Ik      drink
  jij      drinkt                    u drinkt
                    drink    jij/je?        drinkt u?
  Hij    drinkt
  Zij     drinkt
  Wij        drinken
  Jullie   drinken
  Zij         drinken


Slide 2 - Slide

Drinken is de infinitief

Drink is de ik-vorm
  • ik     ik- vorm           drink
  • jij     ik-vorm + t      drinkt  ..
  •                            drink  jij/je
  • u     ik-vorm+t         drinkt
  • hij   ik-vorm+ t        drinkt
  • zij   ik-vorm+ t         drinkt
  • wij     infinitief       drinken
  • jullie infinitief       drinken
  • zij      infinitief       drinken

Slide 3 - Slide

Andere regelmatige werkwoorden
werken
luisteren
typen
begrijpen

Slide 4 - Slide

Wat is goed?
A
hij drinket
B
hij drinken
C
hij drinkt
D
hij drink

Slide 5 - Quiz

Wat is goed?
A
drinken jij
B
drinkt jij
C
drink jij
D
drinket jij

Slide 6 - Quiz

Wat is goed?
A
wij luistert
B
wij luisteren
C
wij luister
D
wij luisterren

Slide 7 - Quiz

Wat is goed?
A
u typt
B
u typpen
C
u typ
D
u typen

Slide 8 - Quiz

Wat is goed?
A
Maria typen
B
Maria typ
C
Maria typt
D
Maria typpt

Slide 9 - Quiz

Wat is goed?
A
De mannen begrijppen
B
De mannen begrijp
C
De mannen begrijpt
D
De mannen begrijpen

Slide 10 - Quiz

Wat is goed?
A
Luisteren u?
B
Luister u?
C
Luistert u?
D
Luisttert u?

Slide 11 - Quiz

Wat is goed?
A
jij werk
B
jij werket
C
jij werken
D
jij werkt

Slide 12 - Quiz

Wat is goed?
A
ik begrijp
B
ik begrijpen
C
ik begrijpt
D
ik begrijppt

Slide 13 - Quiz

De OTT

Slide 14 - Slide