OTT en OVT

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Hoe vormen we de OTT?

Stam+T

Stam

Infinitief

Infinitief

Stam+T

Infinitief

IK-vorm

JIJ-vorm

HIJ-ZIJ-vorm

WIJ-vorm

JULLIE-vorm

ZIJ-vorm

OVT

Hoe vormen we de OVT?

Pagina 26

Pagina 27

Zet het werkwoord in de OVT.

Ik (Denken)

1. Dacht
2. Denkt
3. Denkte
4. Denkde

Jij (Spreken)

1. Spreekte
2. Spreekt
3. Sprak
4. Spreekde

Hij/zij (Brengen)

1. Bracht
2. Brengde
3. Brengden
4. Brengte

Zij (meervoud) (zeggen)

1. Zegden
2. Zeide
3. Zegde
4. Zeiden

Wij (blijven)

1. Bleven
2. Blijven
3. Blijfde
4. Blijfden

Jullie (Bedriegen)

1. Bedriegde
2. Bedriegden
3. Bedrogen
4. Bedriegte

OVT- Lopen
Hij...

OTT- Slapen
Ik...

OTT-Drinken
Wij....

OVT- Lachen
Ik ...

OVT- Spelen
Zij ...
TIP: Meervoud!!

OTT- Denken
Hij...

OVT- Brengen
Jullie...
TIP: Meervoud!

OTT- Vinden
Hij...
TIP: LET OP SPELLING!

OTT- Geloven
Jij...

OVT- Kiezen
Jij...

OVT- verliezen
Ik...

OVT- Draaien
Hij...

OTT- Willen
Ik...

OTT- Krijgen
Jullie...