This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
4.4 De macht van vorsten
Slide 1 - Slide
Waar gaan we het vandaag over hebben?
- Koningen kregen meer macht
- Filips de Goede in de Nederlanden
- Drie standen
- Duitse koningen
Slide 2 - Slide
Koningen kregen meer macht
Koningen kwamen meer aan de macht in England en Frankrijk
dit kwam onder andere door staatsvorming en centralisatie
Slide 3 - Slide
Hoe kregen koningen meer macht?
Slide 4 - Open question
Wat is het verschil tussen staatsvorming en centralisatie?
Slide 5 - Open question
Filips de Goede
Filips de Goed was hertog van Bourgondië en in 1419 kreeg hij macht over veel delen van de Nederlanden.
Slide 6 - Slide
Wat gebeurde er niet toen Filips de Goede meer macht kreeg in de Nederlanden?
A
Burgers moesten belasting betalen
B
Er kwam één rechtbank
C
Edelen kregen meer macht en werden belangrijker
D
Filip nam mensen in dienst die taken deden voor het bestuur
Slide 7 - Quiz
Drie standen
Burgers wilde ook inspraak ze wilde ook hun meningen geven over beslissingen. Bij vergaderingen met de geestelijken en edelen mocht er nu ook een vertegenwoordiger van de derde stand bij zijn.
Slide 8 - Slide
Welke drie standen waren er ?
Slide 9 - Mind map
Hoe heette de vergadering van de drie standen in Franrijk en de Nederlanden ?
A
Parlement
B
Staten-Generaal
Slide 10 - Quiz
Duitse koningen
Duitse koningen waren minder machtig dan koningen van andere landen.
Dit kwam doordat het koningschap niet erfelijk was in Duitsland.
Slide 11 - Slide
Wat was het verschil tussen Duitse koningen en andere Europese koningen?
Slide 12 - Open question
Waarom waren Duitse koningen daardoor minder machtig?