Fouten voorkomen

Hoofdstuk 2: fouten voorkomen
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Hoofdstuk 2: fouten voorkomen

Slide 1 - Slide

2.1 Persoonsvorm: enkelvoud of meervoud?



Congruentiefouten

Slide 2 - Slide

Congruentiefouten of incongruentie

3 veel gemaakte fouten: 
  • Het onderwerp lijkt meervoud, maar is enkelvoud
  • Het onderwerp lijkt enkelvoud, maar is meervoud
  • Een meewerkend voorwerp wordt aangezien voor het onderwerp

Slide 3 - Slide

Het onderwerp lijkt meervoud, maar is enkelvoud

1. De politie van Utrecht proberen de rust tijdens Koningsnacht te waarborgen.
2. De kudde schapen worden komende zomer op drie kampeerterreinen ingezet. 

Slide 4 - Slide

Vul het werkwoord in:
Een groot aantal mensen .... niet naar binnen. (Kunnen)

Slide 5 - Open question

Het onderwerp lijkt enkelvoud, maar is meervoud

1. De stadia van karamel is te bepalen met een suikerthermometer. 
2. De media heeft veel invloed op tieners. 

Slide 6 - Slide

De Verenigde Staten ... besloten om een nieuwe verkiezing te organiseren

A
hebben
B
heeft

Slide 7 - Quiz

Een meewerkend voorwerp wordt aangezien voor het onderwerp


1. Voor de deelname aan de workshop worden de bezoekers een bijdrage van 150 euro gevraagd. 

Slide 8 - Slide

Woordzoeker!

Slide 9 - Slide

2.2 Zinsbouw
Inversie en samentrekking

Slide 10 - Slide

Inversie
Normale zin: onderwerp - persoonsvorm 
- Ik slaap zaterdag uit.

Zin met inversie: persoonsvorm - onderwerp
- Zaterdag slaap ik uit.

Slide 11 - Slide

Probeer een zin met inversie te maken!

Slide 12 - Open question

Wat is een samengestelde zin?

Slide 13 - Open question

Inversiefout
In het tweede deel van een samengestelde zin kan een fout ontstaan, maar deze is makkelijk op te lossen:
 1. Je gebruikt geen inversie in de tweede hoofdzin 
2. Je begint de tweede hoofdzin met een woord of zinsdeel dat correcte inversie veroorzaakt

Slide 14 - Slide

FOUT
Ik ga vrijdag op excursie en slaap ik zaterdag uit.
GOED
Ik ga vrijdag op excursie en ik slaap zaterdag uit. 

Ik ga vrijdag op excursie en dus slaap ik zaterdag uit. 

Ik ga vrijdag op excursie en zaterdag slaap ik uit. 

Slide 15 - Slide

FOUT
Vrijdag ga ik op excursie en slaap ik zaterdag uit.
GOED
Vrijdag ga ik op excursie en ik slaap zaterdag uit. 

Vrijdag ga ik op excursie en dus slaap ik zaterdag uit. 

Vrijdag ga ik op excursie en zaterdag slaap ik uit.

Slide 16 - Slide

Samentrekking
In een samengestelde zin mag je woorden weglaten. Dit mag allen als de woorden precies dezelfde betekenis, vorm of functie hebben.

Slide 17 - Slide

FOUT
Je sleutels liggen hier, maar je mobieltje daar. 
GOED
Je sleutels liggen hier, maar je mobieltje ligt daar.

Slide 18 - Slide

FOUT
Deze tas is afgeprijsd en heb ik daarom meteen gekocht. 
GOED
Deze tas is afgeprijsd en deze tas heb ik daarom meteen gekocht. 

Nog beter:
Deze tas is afgeprijsd en daarom heb ik hem meteen gekocht. 

Slide 19 - Slide

FOUT
Het pakket is groot, maar inmiddels wel verzonden.
GOED
Het pakket is groot, maar is inmiddels wel verzonden.

Slide 20 - Slide

Waaraan kan ik een bijzin herkennen?

Slide 21 - Open question

Samengestelde zin met een bijzin

Top 3 foute formuleringen:

1. De bijzin staat los van de hoofdzin waarbij hij hoort: 

Veel honden lijden aan erfelijke ziekten of afwijkingen. Doordat ze veel te ver zijn doorgefokt.

Slide 22 - Slide

Samengestelde zin met een bijzin

Top 3 foute formuleringen:

2. De bijzin staat onnodig middenin de hoofdzin:

De vergunning van een fokker moet als hij honden te ver doorfokt, worden ingetrokken.

Slide 23 - Slide

Samengestelde zin met een bijzin

Top 3 foute formuleringen:

3. Er staat een bijzin in een bijzin (dat/als):

Ik vind dat als een fokker honden te ver doorfokt zijn vergunning ingetrokken moet worden. 

Slide 24 - Slide

2.3 Dubbelop en door elkaar

Onjuiste herhaling, contaminatie

Slide 25 - Slide

Onjuiste herhaling
Drie vormen:

1. Een voorzetsel of een deel van een verwijswoord wordt ten onrechte twee keer gebruikt:

Het invullen van de belastingaangifte is iets waarmee veel mensen moeite mee hebben. 

Slide 26 - Slide

Wat klopt er niet in deze zin? Verbeter de fout!
Het invullen van de belastingaangifte is iets waarmee veel mensen moeite mee hebben.

Slide 27 - Open question

Onjuiste herhaling
Drie vormen:

2. Twee woorden betekenen (deels) hetzelfde:

Ook moet je verplicht een reflectievest bij de hand hebben. 


Slide 28 - Slide

Wat klopt er niet in deze zin? Verbeter de fout!
Ook moet je verplicht een reflectievest bij de hand hebben.


Slide 29 - Open question

Onjuiste herhaling
Drie vormen:

3. Iets word dubbel ontkend:

Wim heeft nagelaten het magazijn niet op slot te doen. 

Slide 30 - Slide

Wat klopt er niet in deze zin? Verbeter de fout!
Wim heeft nagelaten het magazijn niet op slot te doen.

Slide 31 - Open question

Contaminatie
Twee woorden of uitdrukkingen worden door elkaar gehaald

1. De reldraaiers hebben de hele nacht in de cel gezeten. (Raddraaiers en relschoppers) 

2. Op de eerste oogopslag is hier niets aan de hand. (Op het eerste gezicht en in een oogopslag)

Slide 32 - Slide

Heb jij ook een voorbeeld
van een contaminatie?

Slide 33 - Mind map

Als

Bij vergelijkingen

Donna is even oud als Amber.

Suriname is vier keer zo groot als Nederland.
Dan

Na de vergrotende trap
Na ander, andere of anders

Anders dan mijn zus hou ik erg van katten.

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Slide 40 - Slide