A2 - SCHRIJVEN

Dinsdag............ niet komen werken.
A
heb geen
B
ik kan
C
is niet
D
kan ik
1 / 32
next
Slide 1: Quiz
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Dinsdag............ niet komen werken.
A
heb geen
B
ik kan
C
is niet
D
kan ik

Slide 1 - Quiz

Mijn neefje............ de hele dag tv gekeken.
A
hebt
B
heeft
C
hebben
D
heb

Slide 2 - Quiz

Eerst ......... je mail lezen.
A
je moet
B
moet je
C
je ga
D
gaat je

Slide 3 - Quiz

Hij heeft ........... ervaring.
A
fel
B
klein
C
niet
D
veel

Slide 4 - Quiz

Zondag ............ naar het zwembad.
A
ga ik
B
heb ik
C
ik wil
D
ik ga

Slide 5 - Quiz

Er..... een speeltuin voor de kinderen.
A
lekker
B
heeft
C
nog
D
is

Slide 6 - Quiz

De jongen............ in bed. Hij is erg moe.
A
zit
B
zitten
C
ligt
D
liggen

Slide 7 - Quiz

Dan moet ik alles........................
A
maak schoon
B
schoonmaak.
C
schoongemaakt.
D
schoonmaken.

Slide 8 - Quiz

Mijn buurt ......... lekker rustig.
A
is
B
vind
C
erg
D
heeft

Slide 9 - Quiz

Ik werk ................. buiten.
A
geen
B
heel
C
heb
D
graag

Slide 10 - Quiz

Ons balkon ...... een beetje klein.
A
niet
B
is
C
echt
D
erg

Slide 11 - Quiz

We praten ........... met mijn buren.
A
vaak
B
geen
C
vak
D
heen

Slide 12 - Quiz

Mijn school ......... groot.

A
heb
B
had
C
waren
D
was

Slide 13 - Quiz

Zaterdag..... ...... in Delft geweest.
A
ik ben
B
heb ik
C
ik heb
D
ben ik

Slide 14 - Quiz

Er...... geen winkel in de buurt.
A
zijn
B
is
C
heb
D
hebben

Slide 15 - Quiz

Zondag..... ...... een horloge gekocht.
A
heb ik
B
ik heb
C
ben ik
D
ik ben

Slide 16 - Quiz

Staat de wasmachine uit? Nee, het staat........
A
in
B
op
C
voor
D
aan

Slide 17 - Quiz

Jan woont in Delft. Maar waar wonen......... ouders?
A
hem
B
wij
C
zijn
D
ons

Slide 18 - Quiz

Mijn vader woont in Marokko. Ik bel...... elke week.
A
hun
B
haar
C
zijn
D
hem

Slide 19 - Quiz

Mijn vriendin is ....... bril kwijt !!
A
alles
B
hem
C
haar
D
zijn

Slide 20 - Quiz

Ze wachten op...... docent.
A
mij
B
hun
C
me
D
hem

Slide 21 - Quiz

Ik praat vaak ....... mijn buren.
A
met
B
tot
C
naar
D
in

Slide 22 - Quiz

........ je mij helpen met het huiswerk?
A
Kunnen
B
Kun
C
Kunt
D
Ken

Slide 23 - Quiz

......... we samen naar Spanje gaan?
A
Zal
B
Zult
C
Zullen
D
Zul

Slide 24 - Quiz

Ik vind mijn huis ....................

Slide 25 - Open question

Bijvoeglijk naamwoorden

Slide 26 - Slide

Ik vind mijn auto ....................

Slide 27 - Open question

Ik vind mijn moeder ....................

Slide 28 - Open question

Ik vind mijn vader ....................

Slide 29 - Open question

Ik vind mijn vriend ....................

Slide 30 - Open question

Ik vind mijn vriendin ....................

Slide 31 - Open question

Ik vind mijn kind ....................

Slide 32 - Open question

More lessons like this