Tib blok 4 les 5 voegwoorden

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

Taal, blok 4 les 5

nodig:

wisbordje

stift

pen

Pak je wisbordje.

Schrijf één ding over jezelf op.

Bijvoorbeeld: Ik houd van pizza

Schrijf nog één ding over jezelf op

Bijvoorbeeld: Ik houd van friet

Probeer nu van die twee zinnen
één zin te maken.

Voegwoorden

• maar
• want
• en

Voegwoorden maken van 2 zinnen 1 zin.

De jongen doet niets. Hij is moe.

De jongen doet niets, want hij is moe.

Hoe noemen we de woorden; en, want, maar, of?

Wat is het voegwoord?
Mijn vriend bleef altijd van mijn taaitaai af, want hij heeft een hekel aan koek.

1. vriend
2. taaitaai
3. want
4. een

Wat is het voegwoord?
Nu moet ik mijn kruidnootjes verstoppen of hij eet ze allemaal op.

1. hij
2. eet
3. op
4. of

De kinderen zijn heel braaf, want anders krijgen ze straf.

1. en
2. want
3. maar
4. of

Welk woord kan de zinnen verbinden?
De meester speelt gitaar.
Hij zingt ook.

1. en
2. want
3. maar
4. of

Gaat hij naar huis?
Gaat hij naar de bso?

1. en
2. want
3. maar
4. of

Gisteren was ik niet blij.
Vandaag wel.

1. en
2. want
3. maar
4. of

Werkboek bladzijde 43

Maken opdrachten 4, 5 en 6

SAMEN met je maatje.