Les 1 - Hoofdletters en leestekens

Vandaag 
  • 10 minuten lezen
  • lesdoel
  • hoofdletters en leestekens
  • zelfstandig aan de slag

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Vandaag 
  • 10 minuten lezen
  • lesdoel
  • hoofdletters en leestekens
  • zelfstandig aan de slag

Slide 1 - Slide

Lesdoel
- Aan het eind van deze les weet je welke woorden je wel/niet met een hoofdletter schrijft.

- Aan het eind van deze les weet je wanneer je een punt, vraagteken, uitroepteken en komma moet gebruiken.

Slide 2 - Slide

Alvast even oefenen...

Slide 3 - Slide

Hoofdletters
Geen hoofdletters
anneke
docent
de jongen
maandag
rotterdam
januari
ijssel
klaslokaal
bolle harrie
apeldoorn

Slide 4 - Drag question

Plaats de woorden in de goede kolom.
Met hoofdletters

Geen hoofdletters
pasen

tony chocolonely
woensdag
mark rutte
januari
ijstijd
mevrouw leever
zomervakantie
ajax
marianum

Slide 5 - Drag question

LEESTEKENS
- aan het eind van een zin
- aan het eind van een vraagzin
- aan het eind van een zin met extra nadruk
- tussen twee persoonsvormen / tussen delen van een opsomming / na een naam of uitroep aan het begin van een zin / vóór verbindingswoorden
PUNT
VRAAGTEKEN
UITROEPTEKEN
KOMMA

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Video

Samengevat
Je schrijft een hoofdletter aan het begin van een zin.
  • Ik loop op straat en eet een appel.

Slide 8 - Slide

Samengevat
Je schrijft een hoofdletter bij aardrijkskundige plaatsen en woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid.
  • Schotland, Zuid-Afrika, Afrikaanse olifant

Slide 9 - Slide

Samengevat
Je schrijft een hoofdletter bij feestdagen.
  • Kerstmis, Pasen, Pinksteren, Hemelvaart

Let op!
kerstavond, paasei, eerste pinksterdag, hemelvaartsfeest

Slide 10 - Slide

Samengevat
Je schrijft een hoofdletter bij namen:
  • Marianum, Deventer, IJssel, Thuisbezorgd, Samsung, Magnum en Erwin Koeman.

Let op!
Pieter de Graaf
P. de Graaf
meneer De Graaf

Slide 11 - Slide

Samengevat
Je schrijft een hoofdletter:
  1. aan het begin van een zin;
  2. bij aardrijkskundige plaatsen of woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid;
  3. bij feestdagen;
  4. bij namen.

Slide 12 - Slide

Hoofdletters: goed of fout?
Mevrouw van Vliet
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quiz

Hoofdletters: goed of fout?
Zuid-Hollandse aardappelen
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quiz

Leestekens
Aan het einde van een zin gebruik je een punt, een vraagteken of een uitroepteken.

Je gebruikt een komma:
  • tussen twee persoonsvormen (pv)
  • voor verbindingswoorden als 'omdat, want etc.'
maar in het algemeen geen komma voor en en of. 

Slide 15 - Slide

Hoofdletters en leestekens: juist of onjuist?

Gaan we morgen allemaal tegelijk naar school of in kleine groepen?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Hoofdletters en leestekens: juist of onjuist?

Gisteren moesten we naar school, maar vandaag zijn de leerlingen vrij.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Hoofdletters en leestekens: juist of onjuist?

Mevrouw Meijer ging in de brabantse gemeente Oisterwijk naar school.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Hoofdletters en leestekens: juist of onjuist?

Omdat ze koude voeten heeft trekt Julie haar warme pantoffels aan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Hoofdletters en leestekens: juist of onjuist?

Mijn beste vriendinnen zijn Nena, Pien, en Milou.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Ik weet nu wanneer ik een hoofdletter of leesteken moet gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Aan de slag
  1. Ga naar de online methode :
  2. Maken Taalverzorging 1 => Spelling => opdr. 10 t/m 14
  3. Maken Taalverzorging 2 => Spelling => opdr. 11 t/m 16

Slide 22 - Slide