Immuunsysteem 1

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Goedemiddag!

Vandaag gaan we het hebben over het immuunsysteem.

Programma van deze les

1. Terugblik vorige les
2. Nieuwe lesstof: paragraaf 3.5: het immuunsysteem 
3. Afsluiting

Hoe zat het ook al weer? Verbind de juiste namen bij de onderdelen van de nier.

Nierschors

Urineleider

Nierslagader

Nierbekken

Nierader

Niermerg

blaas en urinebuis bij man

blaas en urinebuis bij vrouw

Noem 1 reden waarom een vrouw eerder last krijgt van een blaasontsteking dan een man.

3.5: het immuunsysteem

Leerdoelen

4.5.8 Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.

4.5.9 Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit kan ontstaan.

4.5.10 Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.

Lichaamsvreemd

Stoffen die niet in het lichaam thuishoren heten lichaamsvreemde stoffen.

Je lichaam heeft verschillende barrières tegen lichaamsvreemde stoffen:

- de huid

-de slijmvliezen en de maag 

Infectie

Wanneer ziekteverwekkers toch je lichaam binnendringen, dan heb je een infectie.

Dan wordt je afweersysteem, of immuunsysteem, actief. Deze bestrijdt de ziekteverwekkers.

Antigenen

Het immuunsysteem herkent ziekteverwekkers aan antigenen, dit zijn eiwitten aan de buitenkant van een cel of virus. Deze eiwitten zijn voor elke ziekteverwekker anders.

Lichaamsvreemde antigenen activeren het immuunsysteem.

Witte bloedcellen

Er zijn meerdere soorten witte bloedcellen. 

1 variant maakt ziekteverwekkers onschadelijk door ze in te sluiten.

Antistoffen

Een ander type witte bloedcel reageert op ziekteverwekkers door antistoffen aan te maken.

Antistoffen zijn eiwitten die zich hechten aan antigenen en zo de ziekteverwekker onschadelijk kunnen maken. 

Elke antistof hecht zich aan 1 specifiek antigeen. Omdat alle antigenen anders zijn moeten ook alle antistoffen anders zijn, je lichaam moet dus veel verschillende soorten antistoffen kunnen aanmaken. 

Ziekte door infectie

Als je een infectie oploopt duurt het even voor je lijf voldoende antistoffen heeft aangemaakt.

Daardoor wordt je vaak eerst ziek.

Wanneer er voldoende antistoffen zijn aangemaakt wordt je weer beter.

Immuun

De antistoffen blijven een poosje aanwezig in je lichaam. Ook onthouden de witte bloedcellen hoe ze eerder gemaakte antistoffen moeten produceren, daardoor kunnen ze bij een tweede infectie sneller meer antistoffen maken.

Als je heel snel veel antistoffen aanmaakt wordt je niet meer ziek: je bent dan immuun voor deze ziekte.

Immuniteit

Immuniteit door het doormaken van een infectie: Natuurlijke immuniteit

Immuniteit door vaccineren:

kunstmatige immuniteit

Zelfstandig werken

Wat: Paragraaf 3.5 opdr. 1, 2 en 3(kennis) en 6 en 7(inzicht)

Hoe:  Je mag zacht overleggen met je buur. Heb je een vraag, steek dan je hand op (oranje).

Tijd: tot 13:45

Klaar?: Maak met behulp van de aanwezige stencils 

samenvattingen van de paragrafen.

Ga bezig met de opdrachten van gisteren.

Afsluiting

• Korte quiz
• Vragen?
• Volgende les 

Waaraan herkent je immuunsysteem een ziekteverwekker?

1. Aan het dna
2. Aan de antistoffen
3. Aan de antigenen
4. Aan de kleur

Welke cellen spelen een belangrijke rol in de afweer tegen ziektes?

1. Rode bloedcellen
2. Witte bloedcellen
3. Bloedplaatjes
4. Antistoffen

Op welke manieren kunnen witte bloedcellen een virus onschadelijk maken? (2 juiste antwoorden)

1. Doot het virus in te sluiten in de cel
2. Door het virus te vergiftigen
3. Door de antigenen te veranderen in progenen
4. Door de antigenen te bedekken met antistoffen

Na vaccinatie werden mensen minder of niet ziek van corona. Hoe kan dat?

Sommige mensen kregen meerdere keren corona. Hoe kan dat?

Volgende les

We gaan het hebben over vaccineren en allergieën.