argumenteren

argumenteren(Blz 77, H3)
Wat weet je nog van een argumenterende tekst?

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

argumenteren(Blz 77, H3)
Wat weet je nog van een argumenterende tekst?

Slide 1 - Slide

3 soorten argumentatie
1 Enkelvoudige argumentatie
2 nevenschikkende argumentatie
3 onderschikkende argumentatie

Slide 2 - Slide

Wat is nevenschikkende argumentatie?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat is onderschikkende argumentatie?

Slide 5 - Slide

Dus, waar begin je mee?
- Wat voor woorden gebruik hierbij?
- wat volgt hierop?
- Hoe kun je de zin beginnen?

Slide 6 - Slide

Maak nu de startopdracht, blz 76
Zet de alinea's in de goede volgorde
hierna maak je opdracht 1, blz 78

Slide 7 - Slide

Tegenargument en weerlegging
Hoofdtuk 4 lezen. Havo blz 106 vwo blz. 108

Slide 8 - Slide

een tegenargument 
signaalwoorden die een tegenargument aankondigen:
- Hoewel, echter, toch, ofschoon, maar, daarentegen, etc.
Als het meteen volgt op het voorargument.
Je kunt ook je tegenargument beginnen met dezelfde signaalwoorden als bij je vóórargument

Slide 9 - Slide

Weerlegging
De schrijver van een betoog moet om sterk te staan de tegenargumenten tegen zijn standpunt weerleggen. (tegenspreken, ontkrachten)
Daarvoor moet je je natuurlijk verdiepen in de mogelijke tegenargumenten en waarom die volgens jou niet tellen.

Slide 10 - Slide

voorbeeld
Standpunt: Op scholen moeten schooluniformen gedragen worden.
Argument: - Iedereen ziet er gelijk uit
- Je hoeft niet na te denken wat je aan wil.
- Het is goedkoper

Slide 11 - Slide

vervolg voorbeeld schooluniformen
Tegenargument:
- Maar met een schooluniform kun je je eigen identiteit niet laten zien. 
Weerlegging van het tegenargument:
- In je vrije tijd kun je je eigen kleding aan en bovendien kun je met woorden ook je identiteit laten


Slide 12 - Slide

Opdrachten maken

Slide 13 - Slide