H2B di. 24 nov. Start woordsoorten

Nederlands
Koppelwerkwoord 
Hulpwerkwoord
Zelfstandig werkwoord
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
Koppelwerkwoord 
Hulpwerkwoord
Zelfstandig werkwoord

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen? 
Leg je huiswerk open klaar (boek en schrift)
  • Vragen over online opdrachten? 
  • Huiswerk nakijken (opdracht 4)
  • Werkwoorden (hww, kww, zww) uitleg en opdrachten maken. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Werkwoord
Koppelwerkwoord 
Hulpwerkwoord
Zelfstandig werkwoord 

Slide 4 - Slide

Wat is een koppelwerkwoord?

Slide 5 - Open question

Wat is een hulpwerkwoord?

Slide 6 - Open question

Wat is een zelfstandig werkwoord?

Slide 7 - Open question

Hij wil mij slaan.
Wil =
Slaan =

Slide 8 - Open question

Van dit mooie weer worden we vanzelf vrolijk.
Worden =

Slide 9 - Open question

Van dit mooie weer zijn we vrolijk geworden.
Zijn = / geworden =

Slide 10 - Open question

Welke van deze koppelwerkwoorden zijn niet altijd een kww?
A
Zijn, blijken, lijken
B
Zijn, blijven, schijnen
C
Schijnen, blijven, worden
D
Worden, lijken, blijken

Slide 11 - Quiz

Bladzijde 60
Startopdracht

Video - uitleg 

Opdracht 1 en opdracht 2 

Slide 12 - Slide

Overige woordsoorten
  • Lidwoord (lw) bepaald/onbepaald
  • Zelfstandig naamwoord (zn)
  • Bijvoeglijk naamwoord (bn)
  • Voorzetsel (vz)
  • Persoonlijk voornaamwoord (pers.vnw)
  • Bezittelijk voornaamwoord (bez.vnw)
  • Bijwoord (bw) 
  • Vragend voornaamwoord (vr.vnw) 

Slide 13 - Slide

Bladzijde 61
Opdracht 3 t/m 5

Slide 14 - Slide