What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2hv - L1 P4: werden + start perfekt
Deutsch
Les 1 Periode 4:
- das Verb
werden
1 / 37
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 4
This lesson contains
37 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Deutsch
Les 1 Periode 4:
- das Verb
werden
Slide 1 - Slide
Heute
voorbereiding voor les 1:
geen
verwerkingsopdrachten na les 1:
maken: opdr. 1 t/m 8 van §6.2
leren: woordjes Lernbox 2
Slide 2 - Slide
VERTAAL:
Sara wird morgen 15.
Slide 3 - Open question
VERTAAL:
Werdet ihr diesen Sommer reisen?
Slide 4 - Open question
werden -> betekenis (1)
worden
Morgen
werde
ich 16.
Ich will später Lehrerin
werden
.
Mein nächstes Fahrrad
wird
blau.
Ich
werde
verrückt!
uitleg
Slide 5 - Slide
werden -> betekenis (2)
zullen, gaan ..., van plan zijn
Das
werde
ich nicht machen.
Wir
werden
dich morgen besuchen.
Thomas
wird
seine Hausaufgaben machen.
Werdet
ihr das Buch noch lesen?
uitleg
Slide 6 - Slide
Morgen
ga
ik je bellen. (van plan zijn ->
werden
)
Morgen
ga
ik naar oma. (naartoe ->
gehen
)
Gaan
we nog afspreken? (zullen ->
werden
)
Gaan
we nog? (naartoe ->
gehen
)
gaan:
werden
of
gehen
?
werden
: zullen, gaan ..., van plan zijn
gehen
: ergens naartoe
uitleg
Slide 7 - Slide
En nu jij!
Je krijgt 4
multiple choice vragen.
Weet jij al wanneer je
werden
of
gehen
moet gebruiken?
uitleg
Slide 8 - Slide
Ali will später Lehrer ...
1/4
uitleg/antwoord
Ali wil leraar
worden
->
werden
A
werden
B
gehen
Slide 9 - Quiz
Wir ... morgen nach
Deutschland fahren.
2/4
uitleg/antwoord
wij
zijn van plan
naar Duitsland te rijden ->
werden
A
werden
B
gehen
Slide 10 - Quiz
Das ... ich echt nicht
machen!
3/4
uitleg/antwoord
dat
zal
ik echt niet doen! ->
werden
A
werden
B
gehen
Slide 11 - Quiz
Gute Nacht, ich ...
ins Bett!
4/4
uitleg/antwoord
ik
ga naar
bed (
toe
) ->
gehen
A
werden
B
gehen
Slide 12 - Quiz
De basisuitgangen
ich
du
er, sie, es
wir
ihr
sie, Sie
-e
-st
-t
-en
-t
-en
fe
esttenten
uitleg
Slide 13 - Slide
ich
du
er, sie, es
wir
ihr
sie, Sie
e
st
t
en
t
en
werden -> uitzondering
werd
werd
werd
werd
werd
werd
wirst
wird
du
en
er
zijn
onregelmatig
. De rest van het werkwoord is
regelmatig
!
Let op de exta 'e'.
e
e
e
uitleg
Slide 14 - Slide
En nu jij!
Je krijgt 8 vragen:
4x multiple choice
4x open
Kan jij
werden
al correct vervoegen?
uitleg
Slide 15 - Slide
Ik word morgen 14.
Ich ... morgen 14.
1/8
A
werde
B
wirde
C
werd
D
wird
Slide 16 - Quiz
Zullen jullie lief zijn?
... ihr lieb sein?
2/8
A
Wirdet
B
Werd
C
Werdet
D
Werdt
Slide 17 - Quiz
Jij wordt later dierenarts.
Du ... später Tierarzt.
3/8
A
werdest
B
wirst
C
wirdst
D
wirdest
Slide 18 - Quiz
Thomas gaat ons helpen.
Thomas ... uns helfen.
4/8
A
werdet
B
wirst
C
werdest
D
wird
Slide 19 - Quiz
Word jij naar school gebracht?
... du zur Schule gebracht?
5/8
Slide 20 - Open question
Ik ga mijn vader helpen.
Ich ... meinem Vater helfen.
6/8
Slide 21 - Open question
Maria word beroemd.
Maria ... berühmt.
7/8
Slide 22 - Open question
Mein Opa und Oma ... für immer zusammenbleiben.
8/8
Slide 23 - Open question
Samenvatting
uitzondering: werden
werden:
ich
du
er, sie, es
wir
ihr
sie, Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden
werden
heeft 2 betekenissen:
worden
zullen/van plan zijn/gaan ...
Vertalen van
gaan
:
werden = van plan zijn, zullen
gehen = ergens naartoe
uitleg
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Wat is de juiste hij-vorm in Perfekt van het werkwoord duschen?
A
er hat geduscht
B
er hat geduschtet
Slide 28 - Quiz
Wat is de juiste du-vorm in Perfekt van het werkwoord 'glauben'?
Slide 29 - Open question
Slide 30 - Slide
Wat is de juiste hij-vorm in Perfekt van het werkwoord 'antworten'?
Slide 31 - Open question
Slide 32 - Slide
Wat is de juiste wij-vorm in Perfekt van het werkwoord 'organisieren'?
Slide 33 - Open question
Slide 34 - Slide
Wat is de juiste hij-vorm in Perfekt van het werkwoord 'aussteigen'?
A
er ist ausstiegen
B
er hat ausstiegen
C
er ist ausgestiegen
D
es hat ausgestiegen
Slide 35 - Quiz
Wat is de juiste ik-vorm in Perfekt van het werkwoord 'benutzen'?
Slide 36 - Open question
Heute
Voorbereiding VOOR les 7:
Maken: opdr. 1 t/m 4 van Lektion 3
Leren: woordenschat Lernbox 3
Verwerkingsopdrachten NA les 7:
Maken: opdr. 5 t/m 7 en 9 van Lektion 3
Slide 37 - Slide
More lessons like this
2mh - les 3 P1 - werden
October 2023
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Werden Aufgaben H2P
April 2021
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
TT werden
April 2022
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2mh - Les 6 P4: de 3e naamval en het ww werden
May 2021
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
4M - L3 P1 - hulpwerkwoorden
September 2024
- Lesson with
43 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2,3
2mh - les 5 P1 - werden
October 2022
- Lesson with
36 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
4M - L2 P1 - hulpwerkwoorden
September 2021
- Lesson with
43 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2,3
TT werden
March 2022
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2