50-1 Leesvaardigheid 5

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

WELKOM!

Ga rustig zitten op je eigen plek.

Pak je werkboek en een pen.

Docent

Juliva

Mariam

Cas

Sam

Beimnet

Yara

Umut

Madina

Nout

Lorenzo

Alex

Tim

Naoufal

Gino

Hailey

Julia

Khalid

Tijme

2E

Afspraken

1. Luister rustig naar de uitleg.
2. Blijf zitten op je plek.
3. Ga niet in discussie.

waarschuwing 1 - naam 

waarschuwing 2 - strafwerk

waarschuwing 3 - nablijven

waarschuwing 4 - gele kaart

Planning

Terugblik

Leesvaardigheid Les 5

TEKSTVERBANDEN

Schrijf zoveel mogelijk signaalwoorden op!

Welke drie tekstverbanden ken je?

Het is warm buiten, toch heb ik het koud.
Wat is het signaalwoord?

1. is
2. ik
3. heb
4. toch

Het is warm buiten, toch heb ik het koud.
Wat is het tekstverband?

1. tegenstelling
2. vergelijking
3. opsomming

Ik houd niet van brood. Het smaakt nergens naar en ook krijg ik er buikpijn van.

Wat is het signaalwoord?

1. niet
2. nergens
3. ook
4. van

Ik houd niet van brood. Het smaakt nergens naar en ook krijg ik er buikpijn van.

Wat is het tekstverband?

1. opsomming
2. tegenstelling
3. vergelijking

In vergelijking met gisteren heb ik goed meegedaan in de les

Wat is het (groepje) signaalwoord(en)?

1. in
2. in vergelijking met
3. met
4. gisteren

In vergelijking met gisteren heb ik goed meegedaan in de les

Welk tekstverband staat in deze zin?

1. opsomming
2. tegenstelling
3. vergelijking

Welke uitspraak past bij jou?

1. Ik weet wat een tekstverband is.
2. Ik ken de signaalwoorden en weet welk tekstverband erbij hoort.
3. Ik ken de signaalwoorden.
4. Ik vind het allemaal nog best lastig.

Lesdoel

Je kent de tekstverbanden oorzaak/ gevolg en doel/ middel.

Je kent de signaalwoorden die horen bij deze tekstverbanden.

Pierre zijn veter was los.

Hij viel hard op de grond.

Omdat Pierre zijn veter los was,

OORZAAK

viel hij hard op de grond.

GEVOLG

Dit is de kam....

waarmee ik mijn haar kam.

Dit is de kam....

MIDDEL

waarmee ik mijn haar kam.

DOEL

Ik heb appels nodig...

om een appeltaart te bakken.

Ik heb appels nodig...

MIDDEL

om een appeltaart te bakken.

DOEL

Opdracht

Maak opdr. 1, 2 en 3 op blz. 20

en verder.

Rustig overleggen mag.

Vraag? Steek je vinger op.

Klaar?

Maak opdracht 4 en 5 op blz. 24.

www.gimkit.com