Lezen H5 deel 2

l
Goedemorgen klas 1C
Vandaag...
- Lezen H5

Maak de uitgedeelde startopdracht in stilte. Leg je huiswerk op de hoek van de tafel.

Klaar? Lezen in je leesboek of ga verder met je extra opdacht.




timer
15:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

l
Goedemorgen klas 1C
Vandaag...
- Lezen H5

Maak de uitgedeelde startopdracht in stilte. Leg je huiswerk op de hoek van de tafel.

Klaar? Lezen in je leesboek of ga verder met je extra opdacht.




timer
15:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doel: ik kan uitleggen wat de verschillende tekstdoelen zijn

Slide 2 - Slide

This item has no instructions


Vandaag:
  • Huiswerk nakijken (opdracht 1 t/m 3 + 5 op blz. 136/137)
  • Herhaling tekstdoelen
  • Opdracht 2 samen maken
  • Tekst lezen toets
  • Keuzemenu
  • Schoolwerk

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Nakijken
pak een andere kleur pen!

Slide 4 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
Nakijken
pak een andere kleur pen!

Slide 5 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
De schrijver van een tekst wil bij de lezer iets bereiken --> doel

Bijvoorbeeld; iets uitleggen, je vermaken, 
Tekstdoelen

Slide 6 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
  • Informeren
  • Iets leren of uitleggen
  • Iets laten doen
  • Een mening geven
  • Vermaken 
tekstdoelen

Slide 7 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
De schrijver wil: dat je iets te weten komt.
Voorbeelden: krantenbericht, verslag van een sportwedstrijd.
Informeren

Slide 8 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
De schrijver wil: dat je weet hoe je iets moet doen.
Voorbeelden: hoofdstuk uit een leerboek, recept, gebruiksaanwijzing
iets leren of uitleggen

Slide 9 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
De schrijver wil: je overhalen iets te doen
Voorbeelden: reclametekst, uitnodiging, advertentie
iets laten doen

Slide 10 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
De schrijver wil: dat je zijn mening overneemt.
Voorbeelden: bespreking/recensie van een film of boek
een mening geven

Slide 11 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
De schrijver wil: je vermaken.
Voorbeelden: verhaal, strip
vermaken

Slide 12 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
Pak opdracht 1 erbij op blz. 117. Schrijf mee in je schrift!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Tekst lezen toets! Markeer de woorden die je niet kent.
- Onderwerp?
- Tekstdoel?
- Soort tekst?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken
Je maakt opdracht 3 en 5 op blz. 118 en 120 OF maak je extra spellingsopdracht af OF leestekst toets voorbereiden
Je werkt in stilte en alleen
Klaar? Lezen uit je leesboek.
timer
15:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Nakijken
pak een andere kleur pen!

Slide 16 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
Nakijken
pak een andere kleur pen!

Slide 17 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
Schoolwerk. Pak je agenda!
Volgende week:
Vóór het SO lever je de extra opdracht in!

Slide 18 - Slide

This item has no instructions