Ballondebat

Lesdoel
- Je weet wat het verschil is tussen een discussie en een debat.
- Je oefent met discussiëren en debatteren
- Je kan argumenten bedenken, deze onderbouwen en presenteren
- Je kan argumenten beoordelen 

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lesdoel
- Je weet wat het verschil is tussen een discussie en een debat.
- Je oefent met discussiëren en debatteren
- Je kan argumenten bedenken, deze onderbouwen en presenteren
- Je kan argumenten beoordelen 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Discussie
Een discussie ontstaat als je het met iemand ergens over oneens bent. Je probeert de ander dan te overtuigen van je gelijk door het aanvoeren van argumenten. Soms lukt dat, soms niet.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Debat
Een debat is een discussie met regels
- Georganiseerd over een onderwerp
- Voor- en tegenstanders
- Spelregels, bijvoorbeeld over tijd
- Derde partij, die de voor- en tegenstanders proberen te overtuigen

Slide 3 - Slide

Een debat wordt georganiseerd over een specifiek onderwerp en en er doen sprekers aan mee van wie je van tevoren weet dat ze het met elkaar oneens zijn over dat onderwerp.
Zij worden verdeeld in voorstanders en tegenstanders.
Ook worden vooraf een aantal ‘spelregels’ afgesproken. Bijvoorbeeld dat het debat maximaal een half uur duurt. Daarnaast is het bijna altijd zo dat er een derde groep mensen is die de voor- en tegenstanders proberen te overtuigen. Deze mensen nemen aan het einde van het debat een beslissing over wie het het beste gedaan heeft. De debaters proberen dus niet elkaar te overtuigen maar het publiek of de jury.

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Jungle Survival
Oefen met discussiëren door:
- Naar elkaars argumenten luisteren en zoveel mogelijk te weerleggen.
- Je eigen mening te onderbouwen met argumenten.
Maar je leert ook samen te werken door de beste oplossing te vinden. 
- Maak groepjes met elkaar 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Regels 
Let op de volgende regels:
1. Luister naar elkaar.
2. Laat elkaar uitspreken. 
3. Reageer op elkaar: ga in op het argument van de ander.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Ballondebat

4 BN'ers zitten in een luchtballon. Het is een heerlijke dag en iedereen geniet van het uitzicht. Maar dan gaat het helemaal mis! De ballon dreigt tegen de plaatselijke kerk aan te vliegen! Om snel op te stijgen moeten twee BN’ers overboord worden gegooid.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

BALLONDEBAT
  1. VIJF TEAMS (duo's) EN 1 JURY
  2. UITLEG 
  3. RONDE 1
  4. KIEZEN
  5. RONDE 2
  6. WINNAAR

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Het ballondebat
Team: Neem een bekende Nederlander in gedachte.
(Koning Willem Alexander, Maxima, Premier Rutte, Enzo Knol, Gordon, Patrick Kluivert, Arjen Robben, etc.)
Team: schrijf voor jezelf argumenten om waarom jij moet blijven leven.  
 





Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Jury
Welke argumenten voor heb je gehoord?
Wat vond je goed?
Wat kan er beter?

Wie heeft zijn standpunt het minst goed beargumenteerd en wordt door de anderen de ballon uitgegooid?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Ronde 1

Elke ballonvaarder moet in een speech van maximaal één minuut aangeven waarom hij beslist in de ballon moet blijven zitten.

De jury heeft de belangrijkste functie. Zij bepaalt wie mag blijven!

In de eerste ronde moeten twee BN-ers uit de ballon!



Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Ronde 2
Er zijn nog twee BN'ers over!
De BN'er moet dit keer een speech houden over waarom de andere twee beslist niet in de ballon mogen blijven zitten – waarom zij misbaar zijn! 
Bedenk goede argumenten waarom de andere BN'ers eruit moeten. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wie is de winnaar?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions