vermenigvuldigen

• Rekenen
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Wat gaan we vandaag doen?

• opfrissen vermenigvuldigen 
• zelfstandig werken

Vermenigvuldigen is ...

1. +
2. -
3. x
4. :

Cijferend vermenigvuldigen

Waar moet je mee beginnen?

Teken in je schrift of op een blaadje het DHTE-schema.

Schrijf de som op

326 x 6

3

2

6

6

X

vermenigvuldigen

We beginnen helemaal rechts!

3

2

6

6

X

6 x 6 = 36

6 opschrijven, 3 onthouden. 

3

2

6

6

X

6

3

6 x 2 = 12

Maar we hebben nog 3 onthouden, dus 12 + 3 = 15.

5 opschrijven, 1 onthouden. 

3

2

6

6

X

6

3

5

1

6 x 3 = 18.

Maar we hebben nog 1 onthouden, dus 18 + 1 = 19.

9 schrijven we op bij het hondertal en 1 onthouden bij het duizendtal. 

3

2

6

6

X

6

3

5

1

9

1

6 x niets.

Maar we hebben wel nog 1 onthouden, dus schrijven we alleen een 1 op. 

3

2

6

6

X

6

3

5

1

9

1

1

Het antwoord is:

1956

Check:

1) Gebruik altijd het DHTE-schema. 

2) Begin helemaal rechts.

3) Schrijf met een cirkel de 'onthoud' cijfers.

4) Gebruik een kladblaadje bij het uitrekenen. 

5) Schrijf het antwoord onder de juiste letter!

Reken uit:
4 x 47

1. 180
2. 188
3. 190
4. 200

Reken uit:
24 x 6 =

1. 144
2. 246
3. 140
4. 128

Reken de som 255 x 6 uit.

reken uit:
70 x 80 =

1. 560
2. 5600
3. 56000
4. 56

Reken de som 243 g x 8 uit

Reken de som 463 x 8 uit.

Reken uit: 1224 x 6 =

1. 6344
2. 7244
3. 6344
4. 7344

Reken uit: 6 X 28 = .

Fout

v=uTd3lWmY8A/https://www.youtube.com/watch?v=uTd36lWmY8A/www.youtubecom/watch?v=uTd36lWmY8A

Grote keersommen

schrijf de som 25 x 16 op 

5

2

4

x

We beginnen helemaal rechts!

4 x 5 = 20 

0 opschrijven en 2 onthouden

5

2

4

x

0

2

4 x 6 = 24

we moesten nog 2 onthouden, dus 4 +2 =6

dus 6 komt onder de tientallen en 2 onder de hondertallen 

5

2

4

x

5

2

4

x

6

2

0

2

Reken uit

25 x 25

1. 500
2. 525
3. 625
4. 725

reken uit:
52 x 21

1. 1092
2. 1088
3. 1082
4. 1098

reken uit:
44 x 21

1. 824
2. 934
3. 924
4. 834

Reken uit: 35 x 35 =

1. 1215
2. 1235
3. 1225
4. 2225

Schrijf de keersom op en reken uit

Hoeveel bakjes zijn dit in totaal?

             x               =             bakjes

3

3

6

6

9

9

Schrijf de keersom op en reken uit:

Bart koopt 9 verpakkingen met keukenrollen. Hoeveel rollen koopt Bart in het totaal?