5.7 Transcriptie

Thema 5, basisstof  7 en 8

Pak je opdrachten, werkboekje kruisingen en je nieuwe opdrachtenboekje.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 5, basisstof  7 en 8

Pak je opdrachten, werkboekje kruisingen en je nieuwe opdrachtenboekje.

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Opstarten

  • Uitleg basisstof 2
  • Zelfstandig aan de slag
  • Afsluiting
Deze les:
Leerdoel
  • Je kunt benoemen hoe transcriptie en eiwitsynthese plaatsvinden in de cel. 
  • Je kunt benoemen dat de genetische variatie toeneemt door spontane mutaties.  
  • Je kunt uitleggen wat meiose en mitose is
  • Je kunt uitleggen wat dominant en recessief is
Tijdpad:
- 5 minuten opstarten
- 10 minuten uitleg
- Aan de slag met werkboek
- Oefenen met kruisingen

Slide 2 - Slide

Celdeling 
  •  Celdeling = de vorming van nieuwe cellen

Slide 3 - Slide

Celdeling Mitose

Slide 4 - Slide

Celdeling

Slide 5 - Slide

Slide 7 - Link

Meiose
Meiose 

Slide 8 - Slide

Meiose
  • Zaadcellen en eicellen worden gemaakt door meiose
  • Van één lichaamscel worden twee geslachtscellen gemaakt
  • Willekeurig!

Slide 9 - Slide

Is een eicel ontstaan door mitose of meiose?
A
Mitose
B
Meiose

Slide 10 - Quiz

Mitose of meiose?
A
Mitose
B
Meiose
C
Mitose en meiose
D
Niet te zeggen

Slide 11 - Quiz

Een cel bevat 21 chormosomen.
Is deze cel ontstaan uit mitose of meiose of kun je dit niet met zekerheid zeggen?
A
mitose
B
meiose
C
Dit kun je niet met zekerheid zeggen.

Slide 12 - Quiz

Een cel bevat 46 chormosomen.
Is deze cel ontstaan uit mitose of meiose of kun je dit niet met zekerheid zeggen?
A
mitose
B
meiose
C
Dit kun je niet met zekerheid zeggen.

Slide 13 - Quiz

DNA
  • Bevat informatie voor hoe je eruitziet en voor het functioneren van je organen en cellen. 
  • Voor elke eigenschap en elk proces zijn een of meer genen nodig.

Slide 14 - Slide

DNA-sequentie
  • Volgorde van de basenparen
  • DNA-sequentie bevat informatie over vormen van een eiwit (bijv. melanine -> pigment in huid en ogen) 

Slide 15 - Slide

Wat is een goed woord voor DNA-sequentie ?
A
DNA-streng
B
genexpressie
C
genoom
D
basenvolgorde

Slide 16 - Quiz

Het stukje van een DNA molecuul heeft de volgende sequentie: TGCAAA
Wat is sequentie van de tegenoverliggende nucleotiden?
A
ACGTTT
B
TTTGCA
C
TGCAAA
D
AAACGT

Slide 17 - Quiz

genexpressie
Genen bevatten informatie voor maken van eiwitten en regelen processen.
  • Eiwitten bepalen kleur, werking, vorm van je lichaam
  • DNA-volgorde (sequentie) van een gen bevat het recept voor het maken van een eiwit

Slide 18 - Slide

Transcriptie

  • Wanneer een gen in een cel tot uiting komt (genexpressie) wordt de DNA-sequentie (recept) van dat eiwit afgelezen en verwerkt -> Eiwitsynthese (samenstellen).         
  • het aflezen heet Transcriptie

Slide 19 - Slide

Ribosomen
  • De afgelezen kopie heet RNA
  • Het RNA wordt in het ribosoom (eiwitfabriekje in de cel) vertaald naar het juiste eiwit. 
  • coronavaccin? 

Slide 20 - Slide

Spontane mutatie
  • Bij elke celdeling worden chromosomen gekopieerd
  • Fouten in kopie zorgen voor verandering basenvolgorde
  • Mutatie in geslachtscel of tijdens ontwikkeling embryo zorgt ervoor dat dit in alle lichaamscellen terecht komt
  • Genetische variatie 

Slide 21 - Slide

Hoe kan genetische variatie gunstig zijn voor de overlevingskans van een populatie?
Kun je een voorbeeld noemen?

Slide 22 - Open question

Dominant en recessief 
Homozygoot en heterozygoot

Slide 23 - Slide

Is het gen voor donker haar dominant of recessief?

Slide 24 - Slide

Is de eigenschap dominant of recessief
A
Dominant
B
Recessief

Slide 25 - Quiz


Dominant of recessief?
A
De ziekte is dominant
B
De ziekte is recessief

Slide 26 - Quiz

wat
Aan de slag met Thema 5, Basisstof 7 rn 8
 
Hoe
lees de tekst van basisstof 7 & *
Hulp
1) boek  2) klasgenoot   3) docent
Tijd
Klaar
oefen met de kruisingen


Slide 27 - Slide