This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
luisteren
tekstdoelen
woordenschat
Slide 1 - Slide
Waar denk je aan bij het woord klantenservice?
timer
2:00
Slide 2 - Slide
Internet werkt niet.
Slide 3 - Slide
1. Wordt Indira goed en vriendelijk geholpen?
2. Heb jij weleens met een klantenservice gebeld?
Slide 4 - Slide
Gesprekken
Verbale & non verbale communicatie
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Wat is formeel taalgebruik?
A
Hoi Carla,
B
Geachte meneer/mevrouw,
C
Veel liefs,
D
Beste Piet,
Slide 7 - Quiz
Formeel =
A
Zakelijk
B
Persoonlijk
Slide 8 - Quiz
Formeel taalgebruik
A
zakelijk taalgebruik
B
dagelijks taalgebruik
Slide 9 - Quiz
Ik ben helemaal niet tevreden!
Slide 10 - Slide
vraag en antwoord
1. Waarom gaat Max naar de klantenservice?
2. Wat is het probleem met de camera?
3. Kan Max zijn geld terugkrijgen?
4. Wil Max een andere camera uitzoeken?
5. Wat krijgt Max van de klantenservice?
Ik ben helemaal niet tevreden
Slide 11 - Slide
Waarom gaat Max naar de klantenservice?
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Wat is het probleem met de camera?
Slide 14 - Open question
Iemand komt klagen over overlast van luidruchtige jongeren op de gang. Waar voor soort klacht is dat?
A
Klacht over het product
B
Klacht over het personeel
C
Klacht over andere gasten
D
Klacht over het beleid
Slide 15 - Quiz
Wat is het doel van een klachtenmail?
A
Klagen
B
Een bedrijf beledigen
C
Waarschuwen
D
Een probleem oplossen
Slide 16 - Quiz
Klagen is...
A
iemand vragen om iets te doen
B
zeggen dat je je zorgen maakt
C
zeggen dat je ergens ontevreden over bent
D
iets wat je heel vervelend of vies vindt
Slide 17 - Quiz
Je werkt op de receptie in een hotel. Iemand komt klagen over een vieze hotelkamer. Dit is een klacht over...
A
het personeel
B
het product
C
andere gasten
D
het beleid
Slide 18 - Quiz
Een klant belt de klantenservice met een klacht. Jij neemt de telefoon aan. Nadat de klant heeft verteld dat hij een klacht heeft over een rollator, stel jij een startvraag.
A
Kunt u om te beginnen eens vertellen wat er is gebeurd?
B
U bent dus niet tevreden over ons, als ik het goed begrijp?
Slide 19 - Quiz
Kies het juiste luisterdoel:
'Het weerbericht'
A
instructie krijgen
B
informatie krijgen
C
ontspanning
D
mening(en) horen
Slide 20 - Quiz
Je bent een luisterboek aan het luisteren. Het luisterdoel is...