KT1 - Werking van het oog

Anatomie, Fysiologie en Pathologie




Leerjaar 2 Periode 2
Week 1 les 2
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Anatomie, Fysiologie en Pathologie




Leerjaar 2 Periode 2
Week 1 les 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesindeling
1. Welkom + Osiris
2. Lesdoelen 
3. Vorige les, ken je de onderdelen?
4. Vervolg anatomie van het oog 
5. Werking van het oog 
6. Voorbereiding presentaties
7. Huiswerk en afsluiting 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
  • Kunnen jullie benoemen uit welke onderdelen het oog bestaat
  • Uitleggen welke functie de verschillende anatomische onderdelen van het oog hebben


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Aanvulling anatomie
Lens

Glasachtig lichaam

Voorste oogkamer

Achterste oogkamer

Slide 4 - Slide

Lens: zorgt voor breking van het licht en is noodzakelijk om beelden scherp op het netvlies te krijgen
- werking van lens heet accommoderen

Glasachtig lichaam: gelei -> geeft het oog vorm en zorgt ervoor het het netvlies tegen het vaatvlies aan blijft zitten

Oogkamers bevatten kamervocht
Oogdruk
Tussen de cornea en de lens bevindt zich vocht dat een bepaalde druk heeft. 

Slide 5 - Slide

Te laag: de ruimte tussen de cornea en de lens zakt in.

Te hoog: bloedvaatjes worden dichtgedrukt en hierdoor wordt de bloedvoorziening in de retina verstoort en de oogzenuw beschadigt. (glaucoom)
Hier gaan we later dieper op in. 
Retina = netvlies
Kegeltjes: kan je kleuren mee waarnemen
Staafjes: verschil tussen licht en donker

Macula (gele vlek) = 'kegeltjes rijk'
hier kijken we overdag vooral mee, in het donker kijken we iets naast dit centrale punt

Slide 6 - Slide

Met behulp van anatomisch model studenten laten aanwijzen
3. Netvlies (retina)


Gele vlek (macula
retinae/macula lutea)

Blinde vlek (papil)



Slide 7 - Slide

Gele vlek: veel kegels -> kun je het scherpst mee zien (ligt recht achter de pupil)

Blinde vlek: netvlies gaat over in de oogzenuw -> meer staafjes en minder kegeltjes
Het zien wordt bepaald door:
Zoek eens uit:
-De gezichtsscherpte: Visus
-De contrastgevoeligheid:
*Wat betekent dit?
-De mate van verstrooiing van het licht?
*Wat betekent dit?

Slide 8 - Slide

Zie blz. 14 Medische terminologie AF
Studenten in eigen woorden laten uitleggen wat hier staat

Werking van het oog
Twee reacties: Pupilreflex en Accommodatie

Slide 9 - Slide

In en om je oog zitten veel spiertjes die ervoor zorgen dat je goed en scherp kunt zien.
1. Pupilreflex
Kringspieren

Straalsgewijs lopende spieren

Slide 10 - Slide

In en om je oog zitten veel spiertjes die ervoor zorgen dat je goed en scherp kunt zien.

Als een spier zich samentrekt, dan wordt hij korter

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Pupilreflex

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

2. Accommoderen

Slide 13 - Slide

Om een beeld scherp te kunnen zien, is niet alleen voldoende licht nodig wat door de pupil heen valt. Het beeld zal ook scherp op het netvlies moeten vallen.

Je kunt dit vergelijken met het scherpstellen van een camera.

Het licht kaatst van het object af waar je naar kijkt en valt door het hoornvlies en de lens op het netvlies. Als de lichtstralen door de lens heen vallen, dan worden deze gebroken (denk maar aan een regenboog als je schuin door glas heen kijkt)

Vallen deze lichtstralen weer op één punt, dan heb je een scherp beeld.
Accommoderen

Slide 14 - Slide

Als je in de verte kijkt, dan hoeven de lichtstralen minder sterk te breken en de is lens plat.
- Net als bij de pupil zijn hierbij de rechte spieren (de lensbandjes) strakgetrokken en de kringspieren zijn ontspannen

Als je dichtbij kijkt, moeten de lichtstralen sterk breken (een scherpe hoek maken (denk maar aan een bocht tijdens het autorijden) en wordt de lens boller. 
- Hierbij zijn de kringspieren aangespannen en de lensbandjes ontspannen

Dit aanpassen door de lens noemen we accommoderen
Accommoderen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Als je naar iets in de verte kijkt, dan is de lens...
A
BOL
B
PLAT

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Als je naar iets in de verte kijkt, dan zijn de lensbandjes...
A
Ontspannen
B
Strak gespannen

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Als de lens bol staat, dan kijk je naar iets...
A
In de verte
B
Wat dichtbij is

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Als je naar iets kijkt wat dichtbij is, dan zijn de kringspieren...
A
Aangespannen
B
Ontspannen

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions