Unit 5 (Nuisance) : review

Vertaal "nuisance" naar het Nederlands
1 / 16
next
Slide 1: Open question
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Vertaal "nuisance" naar het Nederlands

Slide 1 - Open question

Give some examples of anti-social behaviour

Slide 2 - Open question

"Fly-tipping" is....
A
wildplakken
B
illegale stort
C
asociaal gedrag
D
vandalisme

Slide 3 - Quiz

"Fly-posting" is...
A
illegale stort
B
vernieling
C
vuurwerk afsteken
D
wildplakken

Slide 4 - Quiz

Geef aan wat "milieu" is in het Engels

Slide 5 - Open question

"Policy" betekent....
A
beleid
B
regel
C
wet
D
voorstel

Slide 6 - Quiz

Wat is "speeding"?

Slide 7 - Open question

"Residents" betekent
A
burgers
B
inwoners
C
stagiairs
D
wijk

Slide 8 - Quiz

"Municipality" is....

Slide 9 - Open question

Kies de juiste betekenis van "perpetrator"
A
dader
B
slachtoffer
C
verdachte
D
aanklager

Slide 10 - Quiz

Leg uit wat "dog fouling" betekent

Slide 11 - Open question

Wat betekent "to be liable to"?
Kijk naar dit voorbeeld: “Do not litter! Offenders are liable to fines of up to $100.”
A
verantwoordelijk zijn
B
geneigd zijn tot...
C
strafbaar
D
onderworpen zijn aan..

Slide 12 - Quiz

Leesopdracht: Trouble at the supermarket
Vraag 1 : Waarom riep de supermarkt hulp van de politie in?
A
De hal van de winkel werd als hangplek gebruikt
B
Er werden artikelen uit de winkel gestolen
C
De jongeren maakten behoorlijk veel lawaai

Slide 13 - Quiz

Vraag 2 : Hoeveel jongeren zijn er officieel gewaarschuwd?
A
twee
B
drie
C
vier

Slide 14 - Quiz

Vraag 3 : Wat heeft de supermarkt zelf gedaan aan het probleem?
A
Er zijn bewakingscamera`s opgehangen
B
De hal is een flink stuk groter gemaakt
C
Ze steunen plannen voor de start van jingeren cafes

Slide 15 - Quiz

Vraag 4 : Waarom schreef het meisje een excuusbrief aan de beveiliger?
A
Ze had snoep gestolen en daar had ze spijt van
B
Ze had zich tegen hem misdragen
C
Ze mocht de winkel niet meer in en had hem uitgescholden

Slide 16 - Quiz