Klas 2 H4.7 Grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

Wat gaan we doen?

1e lesuur

Herhaling aanwijzend & vragend voornaamwoord

Oefenen via Lesson-Up

Opdracht uit werkboek

2e Lesuur

Uitleg Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Oefenen + opdrachten werkboek

Aanwijzend voornaamwoord 

Met een aanwijzend voornaamwoord (AV) kan je iets of iemand aanwijzen.

Bijvoeglijk gebruikt: deze sneaker, dat ijsje

Zelfstandig gebruikt: Mooie sneaker, die wil ik ook

Welk woord in de zin is een AV?
Die sneakers zijn echt heel duur!

1. Die
2. sneakers
3. echt
4. duur

Welk woord in de zin is een AV?
Echt, dat had ik willen zien!

1. Echt
2. dat
3. had
4. zien

Vragend voornaamwoord

Met een vragend voornaamwoord (vrv) vraag je naar een persoon of een ding

Wie heeft de taart opgegeten?

Wat heeft hij gezegd?

Welke landen zijn leuk voor vakantie?

Wat is het vrv in de zin?
Wie is er morgen op school?

1. Wie
2. is
3. er
4. op

Wat is het vrv in de zin?
Op welke manier loop jij stage?

1. Op
2. welke
3. loop
4. stage

H4.7 Grammatica

Blz. 67 - 70

Opdracht 3 t/m 10

Zachtjes overleggen mag

Klaar?

Begin alvast aan H4.8 Spelling

VD --> BN

Mijn ijsje is gesmolten --> VD

Mijn gesmolten ijsje --> BN

De foto is vergroot --> VD

De vergrote foto --> BN

Het gewitte plafond
Gewitte is een .......

1. Voltooid deelwoord
2. Bijvoeglijk naamwoord
3. Geen van beide

De kleren zijn gedragen
Gedragen is een .........

1. Voltooid deelwoord
2. Bijvoeglijk naamwoord
3. Geen van beide

Het bedorven eten
Bedorven is een ...........

1. Voltooid deelwoord
2. Bijvoeglijk naamwoord
3. Geen van beide

De gemiste les
Gemiste is een ............

1. Voltooid deelwoord
2. Bijvoeglijk naamwoord
3. Geen van beide

Het ijsje is gesmolten
"Is" is een.......

1. Voltooid deelwoord
2. Bijvoeglijk naamwoord
3. Geen van beide

H4.8 Spelling

Blz. 72 t/m 76

Opdracht 1, 3 t/m 7

Rustig overleggen mag