ProV-1E Thema 1 Herhalen en voorbereiden op toets.

ProV-1E Thema 1 
Herhalen en voorbereiden op de toets van volgende les
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologiePraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

ProV-1E Thema 1 
Herhalen en voorbereiden op de toets van volgende les

Slide 1 - Slide

Deze les:
Thema 1 herhalen de belangrijkste punten

Volgende les is toets

Oefenen met vragen

Laat je foto's van boontje maar even zien

Slide 2 - Slide

Waar gaat biologie over?
Organisme = levend wezen. 
Biologie gaat over levende wezens. 

Mensen, planten en dieren zijn organismen.

Organismen hebben levenskenmerken(=levensverschijnselen) waardoor je weet dat ze leven.

Slide 3 - Slide

Levensverschijnselen
Dit zijn de kenmerken waaraan je levende wezens herkent.

Slide 4 - Slide

Weet jij het verschil? Levend - dood - levenloos

Slide 5 - Slide

Wij tekenen bij biologie altijd schematisch NIET natuurgetrouw
Schematisch 
Natuurgetrouw

Slide 6 - Slide

Buitenaanzicht en doorsnede

Slide 7 - Slide

Ontwikkeling
Uit een zaadje groeit vaak in de lente een nieuw plantje.
Het plantje wordt steeds groter.
De vorm verandert ook.

Slide 8 - Slide

  1. Poortje
  2. Navel
  3. Hartvormig bultje
  4. Zaadhuid
  1. Poortje
  2. Navel
  3. Hartvormig bultje
  4. Zaadhuid
Zaad is het begin van een nieuw plantje. Ook het bruine boontje is een zaadje.
In een zaadje (boontje) zit een kiem

Slide 9 - Slide

Vergroten met een loep
Houd de loep dichtbij je oog, breng het voorwerp naar de loep toe  


Slide 10 - Slide

Kiem
Kiem bestaat uit 
klein worteltje, 
stengeltje
en 
blaadjes
Kieming begint als 
kiemplantje water opneemt
kiemplant
navel
zaadhuid
zaadlob

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Ontwikkeling bij mensen
Lichamelijke ontwikkeling: je bouw verandert


Als je verstand, gevoelens en karakter veranderen, noemen we dat geestelijke ontwikkeling


Slide 13 - Slide

Groeispurt: baby en puber

Slide 14 - Slide

Levensfasen
Een mensenleven kun je verdelen in 8 stappen of levensfasen:
  • Baby
  • Peuter
  • Kleuter
  • (School)kind
  • Puber
  • Adolescent ( jong volwassene)
  • Volwassene
  • Oudere (bejaarde)

Slide 15 - Slide

 Voedsel maken

Slide 16 - Slide

Voedsel maken
Mensen eten organismen of delen van organismen als voedsel:
bv. sla, appels, kip en melk

De meeste groenten die we eten zijn de bladeren van planten, soms eten we de bloemen. Ook eten we vruchten, zaden, wortels en stengels 




Slide 17 - Slide

Fotosynthese
Wij moeten voedsel eten om te blijven leven.
Planten maken eigen voedsel (glucose = suiker) doormiddel van fotosynthese. Dit vind in alle groene delen van de plant  plaats (vooral in bladeren.

Slide 18 - Slide

Wat is GEEN organisme?
A
Een eikenboom
B
Een mens
C
Een robot
D
Een karper

Slide 19 - Quiz

Wat is GEEN levenskenmerk?
A
Ontwikkelen
B
Bewegen
C
Voortplanten
D
Met elkaar praten

Slide 20 - Quiz

Een pen is...
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 21 - Quiz

Noem de 7 levenskenmerken

Slide 22 - Open question

Bij lichamelijke ontwikkeling...
A
Verandert je verstand
B
Leer je je lichaam kennen
C
Leer je bepaalde bewegingen
D
Verandert je bouw

Slide 23 - Quiz

In welke levensfase zitten jullie?
A
Kleuter
B
Oudere
C
Puber
D
Adolescent

Slide 24 - Quiz

welk deel van de plant eet je als je een komkommer eet?
(2 antwoorden invullen)
A
bladeren
B
zaden
C
stengel
D
vrucht

Slide 25 - Quiz

Bij fotosynthese ontstaat er?
A
koolstofdioxide
B
glucose
C
zuurstof
D
water

Slide 26 - Quiz

Wat is de functie van bladgroenkorrels?
A
fotosynthese
B
fotosynthese en groene kleur
C
vertering van de plant
D
voedsel maken

Slide 27 - Quiz

Zie de afbeelding

Wat is dit?
A
lengtedoorsnede
B
dwarsdoorsnede
C
vooraanzicht
D
achteraanzicht

Slide 28 - Quiz


Wat voor tekening
is dit?
A
Lengtedoorsnede
B
Schematische tekening
C
Dwarsdoorsnede
D
Natuurgetrouwe tekening

Slide 29 - Quiz