Je vertelt over iets wat in het verleden is gebeurd, maar die periode is nog nietafgesloten.
Je vormt de perfecto door het hulpwerkwoord haber (he/has/ha/hemos/habéis/han) + ADO/IDO.
Er zijn specifieke signaalwoorden die aangeven dat je de perfecto dient te gebruiken. Zoals: ooit, dit weekend, deze maand, dit jaar, vandaag etc.
Er zijn onregelmatige vormen zoals: ver = visto, decir = dicho, hacer = hecho etc.
Je vertelt over iets wat in het verleden is gebeurd, de periode is geheel afgesloten.
Je vormt de indefinido door onderstaande uitgangen.
Er zijn specifieke signaalwoorden die aangeven dat je de indefinido dient te gebruiken. Zoals: gisteren, drie jaar geleden, 2010, afgelopen dinsdag etc.
Soms een onregelmatige stam en uitgang.
Slide 9 - Slide
Voorbeeld: Ayer desayuné.
Gisteren heb ik ontbeten.
Voorbeeld: Esta mañana he desayunado .
Vanochtend heb ik ontbeten.
Je ziet dus dat de vertaling van de werkwoorden hetzelfde kan zijn. Om die reden is het erg belangrijk naar de context van het verhaal te kijken en naar de signaalwoorden!