Quiz H2 krachten

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

1 Plastische vervorming is blijvend.
2 Elastische vervorming veert terug zonder kracht.

1. 1 juist
2. 2 juist
3. beide juist
4. geen juist

Als de resulterend kracht op een voorwerp 0 N is, dan

1. staat het stil
2. beweegt het eenparig
3. beweegt het versneld
4. beweegt het vertraagd

Een kracht van 3 N werkt loodrecht op een kracht van 5 N. Bereken de resulterende kracht.

1. 4,0 N
2. 5,2 N
3. 5,8 N
4. 6,0 N

Bereken de zwaartekracht op een massa van 30 gram.

1. 0,29 N
2. 294 N
3. 29,4 N
4. 300 N

Als er een krachtenschaal wordt gebruikt van 1 cm komt overeen met 100 N, dan tekent men 20 N

1. 5 cm lang
2. 0,5 cm lang
3. 0,2 cm lang
4. 2 cm lang

Je ziet hier twee formules:
1 F = C x U
2 u = F/C

1. 1 is juist
2. 2 is juist
3. geen juist
4. beiden juist

Het verband tussen kracht en uitrekking bij een veer is:

1. omgekeerd evenredig
2. kwadratisch
3. lineair
4. rechtevenredig

Een boek ligt op een tafel. De kracht van de tafel op het boek heet de:

1. zwaartekracht
2. normaalkracht
3. duwkracht
4. tafelkracht

Een veer is 23,2 cm zonder iets er aan en wordt 31,8 cm als er 250 g aan hang. Bereken de veerconstante.

1. 0,28 N/cm
2. 028 N/m
3. 29 N/cm
4. 29 N/m

Bereken het gewicht op een zakje chips van 50 gram dat op een tafel ligt.

1. 50 gram
2. 0,49 N
3. 5000 N
4. 5 N

Een bal van 500 gram vliegt door de lucht.

1 De bal heeft geen gewicht in de lucht.
2 De massa blijft 500 gram.
3 De zwaartekracht is continu 4,9 N

1. alle drie juist
2. 1 en 2 juist
3. 2 en 3 juist
4. 1 en 3 juist

Een veer is 5 cm lang zonder iets er aan. De veerconstante is 20 N/m. Jan hangt een massastuk van 50 gram eraan. Bereken de eindlengte.

1. 6,5 cm
2. 7,5 cm
3. 8,5 cm
4. 9,5 cm

Bereken de massa van een rekenapparaat als een veerunster waar hij aan hangt 1 N aangeeft.

1. 0,10 kg
2. 10 kg
3. 1,0 kg
4. 10 g

Een boek met een massa van 1 kg valt van een tafel. Tijdens de val is het gewicht:

1. 1 kg
2. 0 N
3. 9,81 N
4. 0 kg

Een boek heeft een massa van 5 kg. Wat is het gewicht als het stil ligt ?

1. 5 kg
2. 49 N
3. 0 N
4. 49 kg

Tijdens het steppen op een stepje werken er verschillende krachten op het stepje en de persoon. Noem deze.