This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Succes!
Slide 1 - Slide
Welke 3 functies van alinea's ken je?
Slide 2 - Open question
Noem 3 tekstverbanden en noem bij ieder verband een signaalwoord.
Slide 3 - Open question
Leg in eigen woorden uit wat verwijswoorden zijn en geef een voorbeeld.
Slide 4 - Open question
Lezen
Op de volgende pagina klik je de link aan en ga je de tekst "Adopties uit ... zaken afgerond" lezen. De tekst laat je open staan en vervolgens ga de vragen beantwoorden.
Slide 5 - Slide
https:
Slide 6 - Link
Wat is de functie van de inleiding van de gelezen tekst?
A
voorbeeld en vraag
B
aanleiding
C
onderwerp wordt verteld
Slide 7 - Quiz
In de tweede alinea zie je een signaalwoord staan. Welk tekstverband hoort daarbij?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld
Slide 8 - Quiz
Wat concludeert Tjibbe Joustra in alinea 2?
A
Dat adoptieprocedures nooit goed zijn gegaan.
B
Dat adoptieprocedures tussen 1967 en 1998 niet goed gingen.
C
Dat adoptieprocedures vanaf 1967 niet goed zijn gegaan.
Slide 9 - Quiz
Waar verwijst "die mistanden" naar in alinea 3? Citeer eventueel de zin of zinnen.
Slide 10 - Open question
In alinea 6 "Minister Dekker... rechtvaardiging", zie je in de laatste zin het woord "dat' staan. Waar verwijst "dat" naar?
Slide 11 - Open question
In alinea 6 "Minister Dekker...rechtvaardiging" staan 2 tekstverbanden. Welke? Noem de bijbehorende signaalwoorden.
Slide 12 - Open question
Lees tekst 2
Op de volgende pagina kan je op de link klikken en dan lees je de tekst "Acht Noord-Veluwse gemeenten staan voor een leven lang sport en bewegen".
Slide 13 - Slide
https:
Slide 14 - Link
Wat is het tekstdoel?
A
amuseren
B
activeren
C
informeren
D
overtuigen
Slide 15 - Quiz
Wat is de functie van de inleiding?
A
voorbeeld en vraag
B
onderwerp noemen
C
aanleiding
Slide 16 - Quiz
Welk signaalwoord en dus tekstverband zie je in alinea 2?
Slide 17 - Open question
Alinea 4 laatste zin .... stemmen die met elkaar af... Waar verwijst die naar?