1 waar
2 Het middenstuk begint bij alinea 2 (hier begint de uitleg van wat Sjoerd als vrijwilliger in het park doet)
3 het slot begint bij alinea 5 (hier sluit de tekst af met wat het vrijwilligerswerk voor Sjoerd oplevert en wat hij in de toekomst wil doen)
4 Dat weet je aan het eind van de eerste alinea. De op een na laatste zin maakt dat duidelijk ‘Nu is hij (Sjoerd) al vier jaar vrijwilliger’ (in het park). De laatste zin is een vraag waarop de tekst antwoord geeft: Wat doet hij als dierenverzorger in het park?
5 Lievelingsdieren, alinea 3
Werkzaamheden, alinea 2
Uilenballen vegen, alinea 4