Oefentoets OA

• OA
• MBO
• Studiejaar 1

Bij welk begrip horen de
volgende vaardigheden:
Mikado, kralen rijgen, kleuren

1. grove motoriek
2. fijne motoriek

De automatische reactie van de baby om
krachtig te zuigen aan alles dat in zijn
mond komt heet:

1. Orale ontwikkeling
2. Slikreflex
3. Zuigreflex
4. Overlevingsdrang

Bij de geboorte weegt een baby gemiddeld:

1. 2.5 kilo
2. 3.5 kilo
3. 10 kilo
4. 1 kilo

De stoel is stout want ik heb pijn nu ik me gestoten heb aan de stoelpoot
Bovenstaande is een voorbeeld van:

1. Concreet denken
2. Animistisch denken
3. Magisch denken

Janset leert de eigenschappen van een blokje kennen.
Zij ziet, voelt en hoort deze eigenschappen en ervaart wat
ze betekenen:
een blokje voelt ruw en hoekig aan,
een beer zacht en een bal hard.
Dit is een voorbeeld van de

1. sensomotorische ontwikkeling.
2. zintuigelijke ontwikkeling
3. ontwikkeling van het ontdekkend leren

De meeste kinderen zijn er aan toe om
zindelijk te worden als ze:

1. 2.5 jaar oud zijn
2. 3.5 jaar oud zijn
3. 4 jaar oud zijn

De baby leert de dingen doordat
anderen ze, al of niet bewust,
voordoen is een voorbeeld van:

1. ervaringsleren
2. herhalingsleren
3. imiterend leren
4. bewustwordingsleren

De baby leert de dingen door ze zelf te doen
is een voorbeeld van:

1. ervaringsleren
2. herhalingsleren
3. imiterend leren
4. bewustwordingsleren

Als de baby een jaar wordt dan is de baby gemiddeld

1. 50 cm lang
2. 75 cm lang
3. 100 cm lang
4. 120cm lang

Een baby heeft bij geboorte een automatische reactie om dingen te grijpen met de handjes en de voetjes. Dit heet:

1. oog-hand coördinatie
2. grijpreflex

Welk van de volgende
beweringen geeft de term exploratiedrang het beste weer?

1. Een kind dat de drang heeft om te presteren
2. Een kind dat op onderzoek uitgaat en zichzelf aan het ontdekken is.
3. Een kind dat de drang begint te voelen van ontlasting.
4. Een kind dat bijna explodeert, omdat het zo boos is.

Het besef dat mensen en voorwerpen blijven bestaan, ook als ze niet zichtbaar zijn noemen we:

1. zelfbesef
2. objectpermanentie
3. ontwikkeling van het ontdekkend leren

Binnen de peuterfase is er sprake
van egocentrisme
Wat betekent egocentrisme?

1. Het onvermogen zich in anderen te verplaatsen en in te leven.
2. De peuter denkt alleen aan zichzelf en kiest voor zijn eigen belang.
3. Het betekent hetzelfde als egoïsme.

Ik verstop me voor de stofzuiger om niet opgezogen te worden.
Bovenstaande is een voorbeeld van:

1. Concreet denken
2. Animistisch denken
3. Magisch denken

Stelling: een veilig gehechte peuter durft zijn ouders
boos te maken omdat hij weet dat ze altijd van hem
zullen blijven houden.
Is deze stelling juist of onjuist?

1. Juist
2. Onjuist

taalontwikkeling

ontwikkeling van empathie

ontwikkeling van het zelfbeeld

ontwikkeling van waardering voor het eigen lichaam

cognitief aspect

sociaal aspect

seksueel aspect

persoonlijkheidsaspect

Ontwikkeling van gevoelens van (basis)vertrouwen en veiligheid is het voorbeeld van de:

1. Cognitieve ontwikkeling
2. Emotionele ontwikkeling
3. Persoonlijkheidsontwikkeling

Slaap is erg belangrijk voor een goede groei van de baby. Wat is waar?
2 antwoorden aanklikken

1. Slapen is belangrijk voor een goede hersenontwikkeling
2. Een baby slaapt vaak lange periodes achter elkaar
3. Gemiddeld slaapt een pasgeboren baby 16 uur per dag.
4. Baby's slapen vanaf de geboorte de nachten door

De ontwikkeling van een peuter
is vooral gericht op:

1. fijne motoriek
2. grove motoriek
3. fijne en grove motoriek

Er zijn verschillende tips ten aanzien van koppig
gedrag bij peuters.
Welke tips zijn juist? (2 antwoorden)

1. Blijf rustig en kalm en toon begrip
2. Bestraf het koppige gedrag
3. Vermijd machtsstrijd
4. Leid de peuter nooit af

Tijdens de seksuele ontwikkeling leert de peuter zijn of haar lichaam kennen
en benoemt alle lichaamsdelen. Er is nog geen sprake van schaamte.
Een voorbeeld hiervan is dat een peuter geen moeite heeft om in het midden
van anderen zijn of haar kleding uit te trekken.
Wat moet je in zulke situatie niet tegen de peuter zeggen of doen?

1. Opmerkingen maken zoals ‘dat hoort niet, schaam je’
2. De peuter hiervoor niet te straffen anders verliest een kind zijn of haar spontaniteit en openheid
3. De peuter hiervoor bestraffen.

Vorming van eigen identiteit, ontwikkeling van de eigen wil, de eigen opvattingen en de ontwikkeling van het zelfbeeld is het voorbeeld van de:

1. Sociale ontwikkeling
2. Lichamelijke ontwikkeling
3. Persoonlijkheidsontwikkeling