Zet de volgende begrippen op volgorde van klein naar groot
1
2
3
4
5
Populatie
Orgaan
Ecosysteem
Biosfeer
Organisme
1 / 30
next
Slide 1: Drag question
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Zet de volgende begrippen op volgorde van klein naar groot
1
2
3
4
5
Populatie
Orgaan
Ecosysteem
Biosfeer
Organisme
Slide 1 - Drag question
Molecuul
Cel
Orgaan
Organisme
Populatie
Ecosysteem
Biosfeer
Slide 2 - Drag question
Zet de organisatieniveaus in de juiste volgorde van klein naar groot
Orgaan
Weefsel
Organisme
Orgaan
stelsel
Cel
Slide 3 - Drag question
Wat is een orgaan?
A
Een deel van een organisme met een of meer functies.
B
Een groep van samenwerkende organen die gezamenlijk een bepaalde functie hebben.
C
De bouwstenen van een organisme.
D
Een groep cellen van hetzelfde type.
Slide 4 - Quiz
De maag is een voorbeeld van een
A
cel
B
weefsel
C
orgaan
D
orgaanstelsel
Slide 5 - Quiz
Wat is een orgaanstelsel?
A
Een deel van een organisme met een of meer functies.
B
Een groep van samenwerkende organen die gezamenlijk een bepaalde functie hebben.
C
De bouwstenen van een organisme.
D
Een groep cellen van hetzelfde type.
Slide 6 - Quiz
Een bloedvatenstelsel is een voorbeeld van een
A
cel
B
weefsel
C
orgaan
D
orgaanstelsel
Slide 7 - Quiz
Orden de organisatieniveau's van klein naar groot
molecuul
orgaanstelsel
biosfeer
populatie
ecosysteem
weefsel
organisme
cel
levensgemeenschap
organel
orgaan
Slide 8 - Drag question
Organismen
cel
Organenstelsel
orgaan
Slide 9 - Drag question
Middenrif
Buikholte
Borstholte
Slide 10 - Drag question
Lever
Dikke darm
Dunne darm
Maag
Slide 11 - Drag question
nier
dikke darm
maag
dunne darm
wervelkolom
hart
Slide 12 - Drag question
nier
dikke darm
maag
dunne darm
wervelkolom
hart
Slide 13 - Drag question
Door welk gedeelte van de microscoop kijk je?
A
diafragma
B
objectief
C
oculair
D
revolver
Slide 14 - Quiz
10.De totale vergroting van een microscoop reken je zo uit: vergroting oculair x vergroting objectief = totale vergroting
A
ja
B
nee
Slide 15 - Quiz
Het oculair vergroot 10X en het objectief vergroot 40X. Wat is de totale vergroting?
A
10x
B
40x
C
er is geen vergroting
D
100x
Slide 16 - Quiz
Welk deel beweegt op en neer om een scherp beeld te krijgen
A
Grote Schroef
B
Tafel
C
Tubus
D
Lamp
Slide 17 - Quiz
Waarmee stel je de microscoop scherp
A
Eerst met de kleine schroef en dan met de grote schroef
B
Alleen met de grote schroef
C
Alleen met de kleine schroef
D
Eerste met de grote schroef en dan met de kleine schroef
Slide 18 - Quiz
Waterpest is net als veel andere planten opgebouwd uit cellen, organen en weefsels. Deze delen verschillen in grootte en bouw. Wat is de juiste volgorde als je deze delen van een plant rangschikt van klein naar groot? sleep je antwoord naar V
cel - weefsel - orgaan
cel - orgaan - weefsel
orgaan - cel - weefsel
orgaan - weefsel - cel
weefsel - orgaan - cel
Slide 19 - Drag question
Welk organenstelsel is dit?
A
bloedvatenstelsel
B
verteringsstelsel
C
uitscheidingsstelsel
Slide 20 - Quiz
Het grootste orgaan van het lichaam is...
A
Kont spier
B
De huid
C
Spieren
D
Botten
Slide 21 - Quiz
Welk orgaan bevindt zich niet in de borstholte?
A
lever
B
longen
C
maag
D
Hart
Slide 22 - Quiz
Welk weefsel is dit?
A
botweefsel
B
spierweefsel
C
vetweefsel
D
Kraakbeenweefsel
Slide 23 - Quiz
Welke cel heeft geen celwand?
A
Dierlijkecel
B
Plantencel
Slide 24 - Quiz
Door welk gedeelte van de microscoop kijk je?
A
diafragma
B
objectief
C
oculair
D
revolver
Slide 25 - Quiz
revolver
objectief
oculair
tubus
draaibaar magazijn
houder van het oculair
ooglens, vergroot 10x
lens, vergroot 4x, 10x en 40x
Slide 26 - Drag question
Wat is de functie van het 'diafragma' van de microscoop?
A
het preparaat vergroten
B
hoeveelheid licht regelen
C
microscoop aan vastpakken
D
microscoop aan/uit zetten
Slide 27 - Quiz
Met welk onderdeel van de microscoop stel je het beeld scherp?