Dit is de subjectieve methode ook wel de inkomens methode genoemd.
Slide 7 - Slide
BBP zegt niet alles
Hoogte BBP zegt niets over de inflatie in een land
Hoogte BBP zegt niets over de Lorenzcurve in een land
Hoogte BBP zegt niets over omvang informele economie
Hoogte BBP zegt niets over welvaart in brede zin (Human Development Index)
Slide 8 - Slide
Welvaart (maatstaven)
1. BBP per inwoner, nadelen:
zegt niets over verdeling
neemt vrijwilligerswerk en huishoudelijk werk niet mee
neemt zwart werk niet mee
2. Groene BBP
gaat uit van BBP
neemt natuur, milieu en duurzaamheid ook mee
3. Human Development Index (HDI)
gaat uit van het BBP
neemt volksgezondheid (m.n. levensverwachting) en niveau van scholing ook mee
Slide 9 - Slide
Output gap
Y - Y*
Y = werkelijk BBP
Y* = potentieel BBP
Y < Y * = onderbesteding
Y > Y* = overbesteding
Y=Y* = bestedingsevenwicht
Slide 10 - Slide
Output gap en inflatie
Positieve output gap in hoogconjunctuur --> risico op inflatie
Negatieve output gap in laagconjunctuur --> weinig inflatie
Hoge bestedingsinflatie vangwege hoge bestedingen
Hoge kosteninflatie vanwege krappe arbeidsmarkt en hogere loonkosten.
Slide 11 - Slide
Keynes: anticyclisch begrotingsbeleid
Het conjunctuurbeleid van de overheid is erop gericht de conjunctuurgolven af te zwakken.
Tijdens laagconjunctuur: gas geven, economie stimuleren
Tijdens hoogconjunctuur: op de rem trappen, economie afremmen
Slide 12 - Slide
Groei & Stabiliteitspact (EMU)
EMU = Economische & Monetaire Unie (Eurolanden)
Regels over begroting, aan de hand van percentages van het BBP
Jaarlijks tekort (EMU-saldo) kleiner dan 3% van BBP
Staatsschuld (EMU-schuld) kleiner dan 60% van BBP
Slide 13 - Slide
Noem een anti-cyclische beleidsmaatregel die in de Corona periode is genomen.
A
NOW-subsidie
B
NPO budgetten voor onderwijs
C
Verlagen van de rente
D
Extra budgetten voor inentingen van Corona vaccins
Slide 14 - Quiz
Anticyclisch begrotingsbeleid
In een periode van onderbesteding zal de overheid:
- Eigen uitgaven vergroten --> meer vraag --> meer productie nodig --> meer arbeiders nodig --> conjuncturele werkloosheid daalt.
- Belastingen verlagen --> consumenten houden meer inkomen over --> meer vraag --> meer productie --> meer arbeiders --> daling conjuncturele werkloosheid
Slide 15 - Slide
Procyclisch begrotingsbeleid
In een periode van onderbesteding zal de overheid soms procyclische handelen als er niet genoeg geld is.
- Belastingen verhogen
- Bezuinigen op eigen uitgaven
Risico is dat ze de laagconjunctuur verergeren.
Slide 16 - Slide
I: bij hoogconjunctuur is het politiek lastig om anti-cyclisch beleid te voeren II: anti-cyclisch beleid kan door politieke besluitvorming omslaan in pro-cyclisch beleid
A
beiden juist
B
beiden onjuist
C
I: juist II: onjuist
D
I: onjuist II: juist
Slide 17 - Quiz
Automatische Stabilisatoren
Automatische stabilisatoren zijn "Mechanismen in de economie die de conjunctuurbeweging automatisch afvlakken".
Er zijn 2 belangrijke vormen van automatische stabilisatoren, namelijk ....
Slide 18 - Slide
Waarom zijn uitkeringen automatische stabilisatoren?
Slide 19 - Open question
Automatische Stabilisatoren
Automatische stabilisatoren zijn "Mechanismen in de economie die de conjunctuurbeweging automatisch afvlakken".
Er zijn 2 belangrijke vormen van automatische stabilisatoren, namelijk sociale uitkeringen en progressieve belasting.
Slide 20 - Slide
Inzetbaarheid en effectiviteit
Het tevreden stellen van kiezers bijvoorbeeld vlak voor verkiezingen
Belastingverlagingen leiden niet altijd tot extra uitgaven
Het duurt soms lang voordat wijzigingen doorgevoerd worden
Slide 21 - Slide
In een land is er onderbesteding. De overheid voert procyclisch begrotingsbeleid. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de goede volgorde. Nummer 1: de overheid verlaagt de overheidsbestedingen.