H11 leerdoel 1 (les)






Ga rustig zitten op je plek.
Leg je spullen open op tafel en iPad omgedraaid neer.

 31 mei
1 / 23
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson






Ga rustig zitten op je plek.
Leg je spullen open op tafel en iPad omgedraaid neer.

 31 mei

Slide 1 - Slide

Programma

Start

Voorkennis

Uitleg

Aan de slag

Afsluiting






Slide 2 - Slide

Voorkennis H11
Ik kan een formule zonder haakjes opschrijven.
Ik kan een kwadratische vergelijking oplossen.

Slide 3 - Slide

Je hebt geleerd vorig jaar dat je ..

.. gelijksoortige termen mag je samennemen.






3a + 4a = 7a
6b - 2b = 4b
10c - c= 9c      (10c - 1c =9c)

Onderstaande opgaven kun je niet samennemen.
3a + 7b   
3c + 5     


Slide 4 - Slide

Je hebt geleerd vorig jaar dat je ..

.. een formule te vereenvoudigen.


k = -8 +4e -2 -3e
k = -8 +4e -2 -3e 
k = -10 -1e 
k = -10 -e

Slide 5 - Slide

Je hebt geleerd eerder dit jaar ..

.. hoe je haakjes wegwerkt.


y = 3 (x + 2)
y = 3x + 6

y = -3 (x - 2)
y = 3x + 6

y = (x +3)(x -5)
y = x +3x -5x - 15
y = 

Slide 6 - Slide

Kwadratische vergelijkingen oplossen
Als je de kwadratische vergelijking in de vorm x² = getal hebt geschreven kun je aflezen hoeveel oplossingen deze heeft.       

getal > 0    De vergelijking heeft twee oplossing (positief en negatief).

getal = 0    De vergelijking heeft een oplossing, namelijk x=0.

getal < 0   De vergelijking heeft geen oplossing, want een wortel uit een negatief getal
               bestaat niet.

Slide 7 - Slide

Kwadratische vergelijkingen oplossen
Stap 1      Neem de vergelijking over.
Stap 2     Schrijf in de vorm x² = getal. 
Stap 3     Werk het kwadraat weg.
Stap 4     Bereken de oplossing(en).
Stap 5    Controleer de oplossing(en).


Wat je links doet moet je rechts ook doen (balansmethode).
Of gebruik de bordjesmethode.
Weet je nog?     
Kwadraat en wortel heffen elkaar op.   √(x2) = x

Slide 8 - Slide

Voorbeeld:

Noteer de vergelijking.



Stap 1      x² - 2 = 14        



Slide 9 - Slide

Voorbeeld:

Noteer de vergelijking.
Schrijf in de vorm x² = getal. 



Stap 1      x² - 2 = 14        
Stap 2     x² = 16              
             

              


Slide 10 - Slide

Voorbeeld:

Noteer de vergelijking.
Schrijf in de vorm x² = getal. 





Stap 1      x² - 2 = 14        
Stap 2     x² = 16              
Bedenk deze vergelijking heeft twee oplossingen  ( x² > 0 ).    

              


Slide 11 - Slide

Voorbeeld:

Noteer de vergelijking.
Schrijf in de vorm x² = getal. 


Werk het kwadraat weg.



Stap 1      x² - 2 = 14        
Stap 2     x² = 16              
Bedenk deze vergelijking heeft twee oplossingen ( x² > 0 ).            
Stap 3     x=-√16  of  x=√16  

              


Slide 12 - Slide

Voorbeeld:

Noteer de vergelijking.
Schrijf in de vorm x² = getal. 


Werk het kwadraat weg.
Bereken de oplossing(en).



Stap 1      x² - 2 = 14        
Stap 2     x² = 16              
Bedenk deze vergelijking heeft twee oplossingen ( x² > 0 ).    .           
Stap 3     x=-√16  of  x=√16  
Stap 4     x = -4  of  x = 4  

              


Slide 13 - Slide

Voorbeeld:

Noteer de vergelijking.
Schrijf in de vorm x² = getal. 


Werk het kwadraat weg.
Bereken de oplossing(en).
Controleer de oplossing(en).


Stap 1      x² - 2 = 14        
Stap 2     x² = 16              
Bedenk deze vergelijking heeft twee oplossingen ( x² > 0 ).    .           
Stap 3     x=-√16  of  x=√16  
Stap 4     x = -4  of  x = 4  
Stap 5    (-4)² -2= 14  of  4² -2 = 14
             4² -2 = 14   of   4² -2 = 14 
              


Slide 14 - Slide


(P+3)² =49
Maak deze opgave in je schrift en upload een foto.

Slide 15 - Open question

Uitleg
Ik weet wat priemfactoren zijn.
Ik kan een formule ontbinden in factoren.
Ik weet wat termen zijn.
Ik kan een formule ontbinden in tweetermen

Slide 16 - Slide

Paragraaf 1 
Ik weet wat priemfactoren zijn.
Ik kan een formule ontbinden in factoren.


Slide 17 - Slide

Je hebt eerder geleerd wat factoren en producten zijn.


Factoren 
y = 3 4x   -->  3 en 4x zijn de factoren van deze vermenigvuldiging.


Product
Een product is het het antwoord van een vermenigvuldiging.




Het keer teken (x) kun je vervangen door een vermenigvuldigingspunt (•).

Slide 18 - Slide

Je hebt eerder geleerd wat priemgetallen zijn.

Priemgetallen
Een priemgetal heeft precies twee delers, namelijk 1 en zichzelf.


Ontbinden 
Schrijven als een product (vermenigvulding).

Ontbinden in priemfactoren
Dit betekent eigenlijk schrijf een getal als een product van priemgetallen.






De eerste vijf priemgetallen zijn: 2, 3, 5, 7, 9, ...

Slide 19 - Slide

Ontbinden in priemfactoren
                                               

Het getal 72 ontbinden in priemfactoren geeft: 
                    
72=2•2•2•3•3 


72
--- 2
36
--- 2
18
--- 2
9
--- 3
3
--- 3
1
Noteer eerst voor jezelf de eerste vijf priemgetallen: 2, 3, 5, 7, 9, ...
Kies de uitwerking die bij jou past.
Het boek (opgave 1) of zoals hierboven (gele stuk).
Noteer bij beide manieren duidelijk je antwoord.

Slide 20 - Slide


Ontbind 42 als een product van priemfactoren.
Maak deze opgave in je schrift en upload een foto.
timer
1:00

Slide 21 - Open question

Aan de slag

Ga aan de slag met de gedeelde les leerdoel 1.

Kijk je werk goed na met een andere kleur!!






timer
15:00
Je gaat rustig aan het werk!
Je mag met muziek en oortjes werken, 
let op dat de muziek niet te hard staat. 
  • Oortjes in? Mond op slot! 
  • Afspeellijst aan, telefoon/iPad omgedraaid op tafel!
Heb je een vraag: Lees je aantekeningen door, lees nogmaals de uitleg in de LessonUp 
en/of overleg op fluistertoon vóór je je vinger opsteekt. 

Slide 22 - Slide

Afsluiting 
Hoe ging het vandaag?






Slide 23 - Slide