Leren en oefenen voor PWW 1

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Oefen lessonUp PWW 1

Onderzoek doen

levend, dood,levenloos

cellen, weefsels, organen en orgaanstelsels

bacteriën en schimmels

conserveren

biotechniek

Levend       Dood       Levenloos

Levend

Levenloos

Dood

Organisme heeft geen levenskenmerken meer

Organisme vertoond alle levenskenmerken

Iets wat nooit heeft geleefd

Bio leerdoel 25

Levend

Dood

levenloos

Heeft nooit levenskenmerken gehad

Heeft levenskenmerken

Heeft geen levenskenmerken meer

Alle organismen herken je aan de 6 levenskenmerken. 

Sleep het levenskenmerk naar het juiste plaatje.

Voortplanten

Reageren

Uitscheiden

Voeden

Ademen

Groeien

Wat is GEEN levenskenmerk?

1. Voeden
2. Ademen
3. Praten
4. Uitscheiden

Wat is GEEN levenskenmerk?

1. Ademhalen
2. Rennen
3. Groeien
4. Voortplanten

Onderzoek uitvoeren

Onderzoeksvraag	Kan je meer onthouden als je kauwgom kauwt?
Hypothese	Wat verwacht jij? Ik denk dat je minder kan onthouden als je kauwgum kauwt omdat.....
werkplan	1. Maak twee grote groepen, die hetzelde zijn 2. Laat 1 groep kauwgum kauwen en de ander groep niet 3. Beide groepen krijgen plaatjes te zien en moeten daarna aangeven welke plaatjes zij onthouden hebben 4. Het aantal goede antwoorden wordt opgeteld
Resultaten	Het aantal goede antwoorden van de twee groepen wordt met elkaar vergeleken
Conclusie	Ga na of de groep die kauwgum heeft gekauwd ook het meeste heeft onthouden

Onderzoek doen

De helft van de klas krijgt een kauwgompje. Daarna krijgen de leerlingen 10 afbeeldingen te zien. Daarna schrijven ze op een papiertje, of de Ipad, wat ze hebben onthouden.

De leerlingen kijken hun antwoorden na, de docent telt daarna welke groep meer antwoorden goed heeft. 

(Daarna krijgt de andere helft ook een kauwgompje, aan het einde van de les weer uitspugen in de prullenbak!)

Wat komt er na de onderzoeksvraag?

1. werkplan
2. hypothese
3. resultaten
4. benodigdheden

Hypothese

een hypothese is ....

1. Iets wat aangetoond is
2. Iets wat nog bewezen moet worden
3. Iets wat niet bewezen kan worden
4. Iets wat iemand verzint

Waar staan de onderdelen van een onderzoek in de juiste volgorde?

1. onderzoeksvraag - hypothese- werkplan - resultaten - conclusie
2. hypothese - onderzoeksvraag - werkplan - waarnemingen - conclusie
3. onderzoeksvraag - hypothese - werkplan - waarnemingen - conclusie - resultaten -
4. onderzoeksvraag - veronderstelling - werkplan - waarnemingen - conclusie - resultaten

Zet de stappen voor een werkplan in de goede volgorde:

Q= Er is 1 verschil tussen groep A en groep B. De rest is hetzelfde
R= Je neemt 2 groepen A en B. Beide groepen bevatten 30 planten.
S= Je vergelijkt de resultaten van groep A met groep B.

1. Q - R - S
2. R - Q - S
3. R - S - Q
4. Q - S - R

Een onderzoek voer je uit in verschillende stappen.
Wat is de eerste stap?

1. Conclusie
2. Hypothese
3. Onderzoeksvraag
4. Werkplan

Bij een werkplan is het belangrijk dat je één ding tegelijk onderzoekt.

1. waar
2. niet waar

Ik neem twee zakjes met hetzelfde zaad. In het ene zakje prik ik gaatjes zodat er lucht bij kan. In het andere zakje prik ik niet. ....

1. Onderzoeksvraag
2. Hypothese
3. Werkplan
4. Conclusie

Wat was de onderzoeksvraag bij deze resultaten?

1. Welke temperatuur vinden is het fijnst?
2. Wat is de invloed van koolmonoxide op de temperatuur?
3. Bij welke temperatuur wordt het meeste koolstofdioxide gemaakt?
4. Wat doet de temperatuur?

Je kent de cellen van de 4 rijken.

Welke cel heeft bladgroenkorrels?

1. Plantaardige cel
2. Dierlijke cel
3. Schimmel cel
4. Bacterie cel

Welke cel heeft een celkern, celwand en bladgroenkorrels?

1. een dieren-cel
2. een schimmel-cel
3. een bacterie-cel
4. een planten-cel

In de afbeelding zie je de cel van een schimmel.
Wat heeft deze cel NIET?

1. Celkern
2. Celwand
3. Vacuole
4. Bladgroenkorrels

Celkern

Vacuole

Bladgroenkorrel

Cytoplasma

Celmembraan

Celwand

Wat is waar?

1. Cel 1: Plantaardige cel Cel 2: Dierlijke cel
2. Cel 1: Bacterie cel Cel 2: Dierlijke cel
3. Cel 1: Dierlijke cel Cel 2: Plantaardige cel
4. Cel 1: Schimmel cel Cel 2: Plantaardige cel

Wat voor type cel is hiernaast weergeven?

1. Dierlijke cel
2. Bacterie cel
3. Schimmel cel
4. Planten cel

Van wie is welke cel?

Dier

Schimmel

Bacterie

Plant

In welk celonderdeel ligt het DNA bij een dier? In de ......

Cel (cellen) - weefsel - orgaan - orgaanstelsel - organisme 

Schrijf op van klein naar groot...

1. Cellen, weefsels, organen, orgaanstelsels
2. orgaanstelsels, organen, weefsels, cellen
3. weefsels, cellen, organen, orgaanstelsels
4. cellen, weefsels, organen, orgaanstelsels

Schimmels en Bacteriën

schimmels en bacteriën hebben geen bladgroenkorrels

1. juist
2. onjuist

Schimmels en bacteriën die leven niet

1. Waar
2. Niet waar

Schimmels en bacteriën zijn altijd slecht voor je.

1. Nee
2. Ja

Hoe voeden schimmels en bacteriën zich?

1. Met zonlicht en water.
2. Met delen of resten van planten en dieren.
3. Met mineralen uit de grond.
4. Met zuurstof uit de lucht.

Een positieve eigenschap van schimmels en bacteriën is?

1. Ze ruiken lekker
2. Ze eten dieren op
3. Ze ruimen de resten van dode organismen op
4. Er zijn geen positieve eigenschappen

Een enkele bacteriecel gaat zich om 30 minuten delen. Hoeveel bacteriën heb je na twee uur?

1. 2
2. 4
3. 8
4. 16

Hoe vermeerderen schimmels en bacteriën zich?

1. Bacteriën maken sporen en schimmels doen aan celdeling
2. Bacteriën en schimmels doen aan celdeling
3. Bacteriën en schimmels maken sporen
4. Bacteriën doen aan celdeling en schimmels maken sporen

stel je hebt 4 bacteriën die zich ieder half uur delen. Hoeveel bacteriën heb je dan na een uur?

1. 6
2. 16
3. 18
4. 20

Schimmels en bacteriën zijn:

1. Producenten
2. Consumenten
3. Reducenten
4. Afvaleters

Deze manier van conserveren dood alle schimmels en bacteriën.

1. Gebruik maken van zout
2. Invriezen
3. Steriliseren

Pasteuriseren

1. Kort verhitten op 70 graden
2. Lange tijd verhitten op 120 graden
3. Bewaren bij een temperatuur van -10 graden
4. Bewaren zonder zuurstof

gevolg --> waterbloei

Wat is een oorzaak van waterbloei?

1. een toename mineralen
2. een toename van zonlicht op de bodem
3. een toename van waterdieren
4. een toename aan zuurstof in het water

Waterbloei in water.
Waardoor sterven uiteindelijk de waterdieren zoals vissen?

1. Door gebrek aan zonlicht
2. Door gebrek aan zuurstof
3. Door gebrek aan voedsel
4. Door gebrek aan koolstofdioxide

 Biotechniek

Moderne biotechniek

- DNA van organismen veranderen zodat ze nieuwe eigenschappen krijgen

Klassieke biotechniek

- Eten maken m.b.v micro-organismen:

bacteriën en schimmels (gist)

Medicijnen produceren met moderne biotechniek!

Supersoja zitten o.a. in vleesvervangende producten.
Super sojabonen bevatten genen van andere soorten waardoor ze meer eiwitten bevatten dan gewone sojabonen. Anderen zijn veranderd waardoor de planten ongevoelig zijn geworden voor glyfosaat, een onkruidbestrijdingsmiddel.

1. Hier is sprake van klassieke biotechnologie
2. Hier is sprake van moderne biotechnologie
3. De biotechnologie speelt bij het ontstaan van de supersoja geen rol
4. Supersoja bestaat helemaal niet

Bacteriën die yoghurt maken is een vorm van ...

1. Infectie
2. Antibiotica
3. Moderne biotechnologie
4. Klassieke Biotechnologie

Lees de tekst in de afbeelding hiernaast.

Op welke manier wordt bij kaasproductie gebruikt van moderne biotechnologie? 

1. Door het gebruik van chymosine.
2. Door het gebruik van deze melkzuurbacteriën.
3. Door het gebruik van chymosine en deze melkzuurbacteriën .
4. Door geen van de genoemde manieren.