What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Tekstverbanden en signaalwoorden
JAS UIT
KAUWGOM OOK
OP TAFEL:
IPA
D
(dicht)
PAK JOUW LEESBOEK
1 / 39
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
39 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
JAS UIT
KAUWGOM OOK
OP TAFEL:
IPA
D
(dicht)
PAK JOUW LEESBOEK
Slide 1 - Slide
Tekstverbanden en signaalwoorden
Slide 2 - Slide
Wat is een signaalwoord?
• Verbindingswoorden
•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Tijd
Voordat,
Nadat,
Eerst,
Daarna,
Wanneer,
Vroeger.
Slide 5 - Slide
Vergelijkend
Zo,
Evenals,
In vergelijking met, Soortgelijk(e)
Slide 6 - Slide
Opsomming
En,
Ook,
Ten eerste,
Ten tweede,
Vervolgens
Slide 7 - Slide
Oorzaak – gevolg
Door,
Doordat,
Waardoor,
Te danken aan
Slide 8 - Slide
Doel – middel
Om te,
Daarmee,
Waarmee,
Door middel van
Slide 9 - Slide
Voorbeeld/ toelichting
Een voorbeeld ( hier)van,
Ter illustratie,
Bijvoorbeeld,
Zoals
Slide 10 - Slide
Verklaring / argument
Want,
Omdat,
Daarom,
Vanwege,
Immers,
Slide 11 - Slide
Voorwaarde
Als,
Wanneer,
Tenzij,
In (voor) het geval dat
Slide 12 - Slide
Samenvatting / conclusie
Samengevat,
Kortom,
Dus,
Al met al,
Vandaar dat
Slide 13 - Slide
Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het zelfstandig naamwoord
D
Woorden die extra informatie geven
Slide 14 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een opsomming?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan
Slide 15 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?
A
ten eerste
B
omdat
C
bijvoorbeeld
D
maar
Slide 16 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een tegenstelling?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan
Slide 17 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een voorwaarde?
A
En
B
Maar
C
Mits
D
Dus
Slide 18 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeeld?
A
toch
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan
Slide 19 - Quiz
Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
maar
C
tegenover
D
daarentegen
Slide 20 - Quiz
Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor 'tijd'?
A
eerst
B
ten slotte
C
daarna
D
denk aan
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Tekstverband: SAMENVATTING
A
hierdoor
B
concluderend
C
om
D
kortom
Slide 25 - Quiz
Signaalwoord: TEN EERSTE........TEN TWEEDE
A
middel-doel
B
opsomming
C
oorzaak-gevolg
D
tegenstelling
Slide 26 - Quiz
Tekstverband: OPSOMMING
A
nog
B
alles bij elkaar
C
al met al
D
zoals
Slide 27 - Quiz
Tekstverband: CONCLUSIE
A
kortom
B
alles overziend
C
met dat doel
D
daarentegen
Slide 28 - Quiz
Tekstverband: TEGENSTELLING
A
al met al
B
daar staat tegenover
C
zoals
D
waardoor
Slide 29 - Quiz
Je mag naar het feest. Je vriendin gaat ook.
Je mag naar het feest, als je vriendin ook gaat.
Je mag naar het feest, tenzij je vriendin ook gaat.
Slide 30 - Slide
VERGELIJKING
Er wordt een uitspraak gedaan waarin twee of meer dingen met elkaar worden vergeleken waarbij een overeenkomst wordt genoemd.
Je herkent dit tekstverband aan signaalwoorden als:
zoals, hetzelfde, in vergelijking met
Slide 31 - Slide
VOORWAARDE
Bij een uitspraak wordt in de zinnen ervoor of erna een voorwaarde bij de uitspraak gesteld.
Je herkent dit verband aan de signaalwoorden:
mits
als
indien
tenzij
op voorwaarde dat
Slide 32 - Slide
DOEL - MIDDEL
In een uitspraak wordt een middel genoemd, waarmee een doel bereikt kan worden.
Je herkent dit tekstverband aan signaalwoorden als:
waarmee, daarmee, met dat doel, het doel is, door middel van, om te...
Slide 33 - Slide
UITZONDERING
Bij een uitspraak wordt in de zinnen ervoor of erna een voorwaarde bij de uitspraak gesteld.
Je herkent dit verband aan de signaalwoorden:
tenzij
behalve als
Slide 34 - Slide
Uitzondering
Voorbeeld
Je mag naar haar verjaardag, tenzij er allemaal jongens komen.
Signaalwoord: tenzij
Uitspraak: Je mag naar haar verjaardag
uitzondering: er komen allemaal jongens
Slide 35 - Slide
Tekstverband: VERGELIJKING
A
net als
B
kortom
C
als
D
waarmee
Slide 36 - Quiz
Tekstverband: MIDDEL-DOEL
A
zoals
B
om
C
zo
D
omdat
Slide 37 - Quiz
Tekstverband: VOORWAARDE
A
mits
B
waardoor
C
omdat
D
alles bij elkaar
Slide 38 - Quiz
Slide 39 - Slide
More lessons like this
Signaalwoorden en tekstverbanden
April 2017
- Lesson with
18 slides
by
www.lessonup.io
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Examentraining
Tekstverbanden en signaalwoorden herhaling
March 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 3
Tekstverbanden en signaalwoorden leerjaar 3
March 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 3
KTL4C - Lezen H2 (1) 2sept
August 2020
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Les 6: Signaalwoorden en tekstverbanden
December 2023
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Les 7: Signaalwoorden en tekstverbanden
March 2024
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
KTL4C - Lezen H2 (2) 4sept
September 2020
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Leesvaardigheid VWO 3
October 2018
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3