KTL4C - Lezen H2 (2) 4sept

Voorlezen
timer
15:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Voorlezen
timer
15:00

Slide 1 - Slide

Vragen over huiswerk?
Startopdracht en opdracht 1

Slide 2 - Slide

Planning en lesdoelen
Planning:
- Lezen/ vragen huiswerk?
- Introductie
- Korte herhaling vorige les
- Opdrachten maken
- Afsluiting
Doelen:
- Je herkent tekstverbanden en de signaalwoorden die daarbij horen.
- Strategisch betere lezer worden.

Slide 3 - Slide

"Je mag naar het schoolfeest, mits je vriendin ook komt"
"Je mag naar het schoolfeest, tenzij je teveel gaat drinken"

Dit heeft allemaal te maken met het herkennen
van tekstverbanden en signaalwoorden.

Slide 4 - Slide

Welke tekstverbanden heb je onthouden?

Slide 5 - Mind map

Allemaal
  1. Opsomming/ tijdsvolgorde
  2. Tegenstelling
  3. Oorzaak - gevolg
  4. Algemene uitspraak - voorbeeld
  5. Voorwaarde
  6. Reden (argument)
  7. Conclusie
  8. Vergelijking
  9. Doel middel

Slide 6 - Slide

Opsommend of tijdsvolgorde
Eerst, / ten eerste - ten tweede - ten slotte -, om te beginnen, ook, en, daarna, tevens, vervolgens, bovendien.

"Voeg eerst de eieren toe, daarna de suiker en
vervolgens de bloem."

Slide 7 - Slide

Tegenstelling
Maar, echter, toch, hoewel, daarentegen

"Die leraar is saai maar wel aardig!"

Slide 8 - Slide

Oorzaak - gevolg
Doordat, daardoor, als gevolg van, het gevolg is

"Doordat het zoveel regent is de bodem erg nat."

Slide 9 - Slide

Algemene uitspraak - voorbeeld
Zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, onder andere

"Je kunt gezond leven door bijvoorbeeld te sporten."

Slide 10 - Slide

Voorwaarde
Als, indien, wanneer, in het geval dat, tenzij

"Je mag pas naar je vrienden als je huiswerk klaar is."

Slide 11 - Slide

Reden (argument)
Want, omdat, namelijk, immers

"Huiswerk is belangrijk omdat je dit jaar wil slagen."

Slide 12 - Slide

Conclusie
dus, concluderend, dat betekent, kortom

"Dat lage cijfer betekent dat je nog veel moet leren."

Slide 13 - Slide

Vergelijking
Net zo als, even ... als, in vergelijking met, meer / groter dan

"Hij probeert altijd even goed te zijn als ik."

Slide 14 - Slide

Doel - middel
Waarmee, zodat, om ... te, doormiddel van, met behulp van

"Om mijn eindexamen te halen zal ik nog veel moeten oefenen met behulp van opdrachten."

Slide 15 - Slide

Maken:
1. Opdracht 1 is klaar!!
2. Maken: opdracht 2 en 4. (Wil je Havo doen? Maak dan ook opdracht 3 of 5!) De eerste 5 minuten is het stil!
3. Klaar? Lezen uit je boek
4. Kom je er niet uit? Vraag je buur of aan mij
5. Tot 5 minuten voor het einde van de les
6. Niet af? --> Huiswerk

Slide 16 - Slide

Planning en lesdoelen
Planning:
- Lezen
- Introductie
- Uitleg theorie
- Opdrachten maken
- Afsluiting
Doelen:
- Je herkent tekstverbanden en de signaalwoorden die daarbij horen.
- Strategisch betere lezer worden.

Slide 17 - Slide

Huiswerk:
Opdracht 2 en 4
Wil je Havo doen? Maak dan ook opdracht 3 óf 5!

Slide 18 - Slide