Heel veel voedingsmiddelen die we dagelijks eten of drinken worden gemaakt met de hulp van schimmels of bacteriën.
Gisten (eencellige schimmels) worden gebruikt voor het maken van wijn, bier en brood.
Schimmels zijn onmisbaar voor de produktie van allerlei vleesvervangende plantaardige produkten. Voorbeelden hiervan zijn tempeh en tofu.
Met de hulp van melkzuurbacteriën maken we van melk, kaas, karnemelk en yoghurt.
Voor het maken van allerlei ander kazen en vleesprodukten zijn weer andere schimmels en bacteriën nodig. Camembert, blauwschimmelkaas en salami zouden we zonder hun hulp niet kunnen maken.