werkwoordstijden ott, ovt, vtt en vvt

Werkwoorden 

Herkennen werkwoordsvormen


1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Werkwoorden 

Herkennen werkwoordsvormen


Slide 1 - Slide

Doel 


Je leert hoe je werkwoordsvormen herkent in een zin

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

wijzen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Welke zin staat in de tegenwoordige tijd
A
Ik zag een spannende film.
B
Ik heb een spannende film gezien.

Slide 8 - Quiz

Welke zin staat in de voltooide tijd?
A
Mijn moeder heeft twee kilo tomaten gekocht
B
Mijn moeder kocht twee kilo tomaten.

Slide 9 - Quiz

Zet de zin in de voltooide tijd.
Ik speelde met mijn buurmeisje

Slide 10 - Open question

Zet de zin in de voltooide tijd
De kok bakte een grote stapel pannenkoeken.

Slide 11 - Open question

Tim gaat naar de stad.
Stan ging naar de stad.
 Bjorn is naar de stad geweest. 
 Delano was naar de stad geweest
onvoltooid tegenwoordige tijd
onvoltooid verleden tijd
voltooid tegenwoordige tijd
voltooid verleden tijd

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Slide


Heeft u al een kijkje genomen op ING.nl/ rentebijschrijvingen?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide


In het volgende overzicht ziet u uw saldo.

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide


Had je de tijd van de vorige zin goed genoteerd?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide


Ik zat er even helemaal doorheen met die tijden van de zin.

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Een voltooid deelwoord geeft aan dat iets al gebeurd is. Wat geeft een onvoltooid deelwoord aan?

Slide 23 - Open question

Zelfstandig werken
Wat?
Les 19 maken opdracht 1 t/m 9  blz. 42 en 43
Hoe?
Lees de theorie op blz. 42 goed door.
Klaar?
Ga stillezen
Tijd?
30 minuten. Daarna klassikaal nabespreken.
timer
30:00

Slide 24 - Slide