V1 Goede zinnen schrijven - schrijfvaardigheid > formuleren

Schrijfvaardigheid
Goede zinnen schrijven
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Schrijfvaardigheid
Goede zinnen schrijven

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Even voorstellen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vorige les(sen)

  • Informerende tekst 
  • Maar ook: werkwoordspelling en interpunctie.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Doelen
  • Ik kan goede, begrijpelijke zinnen formuleren.
  • Ik kan uitleggen wat een tangconstructie is en hoe ik het kan vermijden.
  • Ik kan zinnen uitbreiden door er een bijzin aan te plakken.
  • Ik kan de volgorde van zinsdelen veranderen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Planning
  1. Opdracht vorige week
  2. Schrijfopdracht
  3. Uitleg
  4. Opdrachten boek

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

Opdracht vorige week bespreken.
Planning
  1. Opdracht vorige week
  2. Schrijfopdracht
  3. Uitleg
  4. Opdrachten boek

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Schrijfopdracht
  1. Schrijf een kort verhaaltje (max. 8 zinnen) dat voldoet aan de punten onder ‘Hoe doe je dat?’ (blz. 204).
  2. Zet je naam op het blad.
  3. 10 minuten in stilte.
  4. Vragen? Steek je vinger op.
  5. Klaar? Inleveren en boek lezen.
  6. Nog niet klaar na 10 minuten? Inleveren wat je hebt.


timer
10:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

De standaard zinslengte bestaat uit ... woorden.
A
5-7
B
7-10
C
10-12
D
12-15

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Elke zin bevat op zijn minst het volgende:
A
Een vraagteken.
B
Een hoofdletter.
C
Een bijzin.
D
Een ow en pv.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Planning
  1. Opdracht vorige week
  2. Schrijfopdracht
  3. Uitleg
  4. Opdrachten boek

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Uitleg

  • Tangconstructie
  • Informatie in een zin
  • Volgorde zinsdelen
  • Engels en straattaal

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Tangconstructie
  • Wat is een tangconstructie?
  • De hond, die een hele mooie vacht had maar die nu heel vies was omdat hij in de sloot sprong, lag op zijn bot te kauwen.
  • De hond lag op zijn bot te kauwen. Hij heeft een hele mooie vacht, maar die is nu vies omdat hij in de sloot is gesprongen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Welke woorden behoren tot de tang in deze zin:

'De tuinman, die vandaag de bomen zou snoeien, is ziek.
A
die vandaag de bomen zou snoeien, is ziek
B
die vandaag de bomen zou snoeien
C
De tuinman, die vandaag de bomen zou snoeien
D
De tuinman, is ziek

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Informatie in een zin
  • Uitbreiden met een bijzin.
  • Maar: niet te lang en ook niet meerdere bijzinnen in de zin.
  • Ik koop geen dvd's meer, omdat ik Netflix heb, want dat vind ik veel handiger en daarnaast zijn de series ook nog eens leuker, want de series op tv zijn herhalingen, maar die hoef ik nu niet meer te zien, want ik heb dus Netflix. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Volgorde zinsdelen

  • Wat zijn zinsdelen?
  • Ik ging gisteren naar de winkel. Ik kocht daar een broek.
  • Gisteren ging ik naar de winkel. Ik kocht daar een broek.
  • Ik ging gisteren naar de winkel, waar ik een broek kocht. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Engels en straattaal

  • Niet onnodig gebruiken.
  • Ik heb pasta met homemade gehaktballetjes gemaakt.
  • Bro, wat een kapot mooie patta's!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Welk(e) woord(en) kun je vervangen om de zin begrijpelijker te maken?

'Hoe blijf je happy tijdens het najagen van je goals?'
A
happy
B
happy, najagen
C
happy, goals
D
goals

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Let goed op de tekst van het volgende filmpje.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Planning
  1. Opdracht vorige week
  2. Schrijfopdracht
  3. Uitleg
  4. Opdrachten boek

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten boek
  • Opdracht 2 t/m 5 (blz. 205)
  • Vragen? Overleggen met je buren.
  • 15 minuten
  • Klaar? Leesboek.
  • Nog niet klaar? Huiswerk.

timer
15:00

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Planning
  1. Opdracht vorige week
  2. Schrijfopdracht
  3. Uitleg
  4. Opdrachten boek

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Doelen
  • Ik kan goede, begrijpelijke zinnen formuleren.
  • Ik kan uitleggen wat een tangconstructie is en waarom ik deze moet vermijden.
  • Ik kan zinnen uitbreiden door er een bijzin aan te plakken.
  • Ik kan de volgorde van zinsdelen veranderen.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Einde

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions