hoofdstuk 4

H4 voortplanting
quiz
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

H4 voortplanting
quiz

Slide 1 - Slide

hypothamamus
hypofyse
FSH
LH
testosteron

Slide 2 - Drag question

hypofyse
GnRH
Bloedvaten
Follikel
FSH&LH
FSH&LH
Oestrogeen 
Eierstok
Oestrogeen&
progesteron
Hypothalamus

Slide 3 - Drag question

Menstruatie hormonen, sleep naar de juiste plaats
FSH
Oestrogeen
LH
Progesteron

Slide 4 - Drag question

Bloedsomloop foetus - sleep naar de juiste plaats
Navelstrengslagader
Navelstrengader
Placenta
Zuurstofrijk
Zuurstofarm

Slide 5 - Drag question

Na de bevruchting bevat een bevruchte eicel ...
A
23 chromosomen
B
23 chromosomenparen
C
46 chromosomenparen

Slide 6 - Quiz

Mitose
46
46
Meiose
23

Slide 7 - Drag question

+
+
-
-
-
+
FSH
LH
Progesteron

Slide 8 - Drag question

Mitose
Meiose

Slide 9 - Drag question

De moeder vervoert                      en voedingsstoffen naar de                            . 
Via de                      in de placenta vindt uitwisseling plaats van zuurstof, voedingsstoffen,                               en andere afvalstoffen. 
Het kind ontvangt het zuurstofrijke bloed via de                                                 .
haarvaten
koolstofdioxide
navelstrengader
placenta
zuurstof

Slide 10 - Drag question

Leerdoel 3: Menstruatiecyclus
Menstruatie
Baarmoederslijmvlies verdikt
Ovulatie
Vruchtbare periode

Slide 11 - Drag question

Leerdoel 3: Menstruatiecyclus
Innesteling
Ovulatie
Menstruatie

Slide 12 - Drag question

Mitose
Zet de fasen van de mitose in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6

Slide 13 - Drag question

A=Meiose
B=Meiose
C= Mitose
Mitose of Meiose?

Slide 14 - Drag question

Vruchtwater
Baarmoeder
Navelstreng
Placenta

Slide 15 - Drag question

46
23
Enkelvoudig
Dubbel
Diploïd
Haploïd

Slide 16 - Drag question

Sleep de woorden naar de juiste plek om de tekst compleet te maken.
Een reductie deling noemen we ook wel  ___, bij deze deling ontstaan er ___ cellen. De andere celdeling noemen we ___ en dit zijn ___ cellen. 
cel differentiatie
celspecialisatie
mitose
diploïde
meiose
haploïd

Slide 17 - Drag question

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde, start bovenaan
Ovulatie
Bevruchting
Innesteling 
Embryo
ontwikkeling placenta
Foetus

Slide 18 - Drag question

Mitose
Meiose

Slide 19 - Drag question