18. Schrijfdossier, opdracht e-mail en toets wwspelling

PLANNING VAN DEZE LES
1.  Overzicht Schrijfdossier
2.  Theorie werkwoordspelling 
      2a. toets via LessonUp
3.  Theorie zakelijke e-mail
4.  En actie
5.  Volgende week


1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

PLANNING VAN DEZE LES
1.  Overzicht Schrijfdossier
2.  Theorie werkwoordspelling 
      2a. toets via LessonUp
3.  Theorie zakelijke e-mail
4.  En actie
5.  Volgende week


Slide 1 - Slide

1. OVERZICHT SCHRIJFDOSSIER
► 08 maart: het formulier en een begeleidende e-mail
15 maart: het betoog
22 maart: de reflectie en controle van jouw verslag met behulp van opdracht 8.
29 maart: Goede Vrijdag

Deadline Schrijfdossier 28 maart 00:00 uur, via CumLaude inleveren


Slide 2 - Slide

HET SCHRIJFDOSSIER
Je vindt in jouw mail het Schrijfdossier. Open dit en maak een Word-bestand aan met een voorblad 'Schrijfdossier'. 

Noem het bestand:
Schrijfdossier 2023-2024 [jouw voor- en achternaam] 

Volg de StartUp: 
Je moet een voorblad, automatische inhoudsopgave, inleiding, jouw uitwerking van de opdrachten (kern) en een reflectie (slot) hebben. Voeg paginanummering en pagina-eindes in.





Slide 3 - Slide

2. THEORIE WERKWOORDSPELLING
Onderscheid jezelf middels werkwoordspelling!




Slide 4 - Slide

Wat onder werkwoordspelling valt:
persoonsvorm tegenwoordige tijd:   nu zie ik het
persoonsvorm verleden tijd:                   vroeger zag ik het
voltooid deelwoord:                                  ik heb het gezien
onvoltooid deelwoord:                             ziend knikte ik
gebiedende wijs:                                       zie dat dan!
bijvoeglijk naamwoord:                           de ziende student

Voor de tt heb je drie stappen. Stap 1 kan je uit de zin afleiden; de volgende twee stappen doe je in je hoofd.

Slide 5 - Slide

ONTHOUDEN
(stap 1) Je zet de zin in een andere tijd om de pv te vinden. 
(stap 2) Je zoekt het hele werkwoord, het infinitief, van de pv.
(stap 3) Je haalt -en van het hele werkwoord van de pv af. Nu heb je de stam van het werkwoord. 

Onthoud dat het Nederlands gebaseerd is op klanken: 
Knippen - de stam 'knipp' wordt de ik-vorm knip
Slagen - de stam 'slag' wordt de ik-vorm slaag
Vinden - de stam 'vind' is hetzelfde als de ik-vorm: vind.








Slide 6 - Slide

2a. wat we nu gaan doen
Een toets maken, via LessonUp. Niet voor een cijfer, wel voor jezelf (en voor mij) om te kijken wat je begrijpt en wat nog niet. 

Alle zinnen staan in de tegenwoordige tijd. 

De toets is de opmaat voor de nulmeting Grammatica en Spelling. 

Slide 7 - Slide

'De scouting (organiseren) kampen en excursies'
A
organiseren
B
organiseert
C
organiseerden
D
organiseerde

Slide 8 - Quiz

Tijdens zo'n kamp (bivakkeren) je in de natuur
A
bivakkeer
B
bivakeer
C
bivakker
D
bivakeert

Slide 9 - Quiz

Vogels kijken en zeldzame planten determineren: voor elke interesse (bestaan) een activiteit
A
bestaan
B
besta
C
bestaat

Slide 10 - Quiz

(vinden) jij het leuk om buiten te zijn?
A
vind
B
vindt

Slide 11 - Quiz

Dan (passen) scouting misschien wel bij jou
A
past
B
pasd

Slide 12 - Quiz

Je (beleven) er leuke middagen!
A
beleeft
B
beleefd
C
beleefde

Slide 13 - Quiz

Voor je het weet, (gebeuren) het dat je je inschrijft voor zo'n middag!
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 14 - Quiz

einde instaptoets

Slide 15 - Slide

2. THEORIE ZAKELIJKE E-MAIL

Slide 16 - Slide

zakelijke e-mail

- onderwerp, in de onderwerpsregel


- aanhef,


inleiding, kern en slot


- afsluiting,

Jouw voor- en achternaam



Slide 17 - Slide

3. Theorie zakelijke e-mail
LESDOELEN
- je kent de taalconventies van een zakelijke e-mail
- je weet waar '5 W's en 1 H' voor staat

Slide 18 - Slide

4. EN ACTIE
Volg de richtlijnen in het Schrijfdossier en vul het formulier in dat je vindt in het Schrijfdossier.  Schrijf een begeleidende, zakelijke e-mail. 

Neem deze twee schrijfproducten op als opdracht 5 in je Schrijfdossier.  

Slide 19 - Slide

5. DE VOLGENDE KEER
... gaat over opdracht 6: het betoog.

Slide 20 - Slide

EINDE VAN DE LES

Slide 21 - Slide

INLEIDING
- Je stelt jezelf voor. Schrijf ook wat jouw rol (positie) is. 



Slide 22 - Slide

KERN
- Je schrijft dat je een klacht of vraag hebt en geeft de grote lijnen aan: die datum, dat product/die dienst. Heb je te maken gehad met een medewerker van het bedrijf? Noemen. Het is handig dat je altijd vraagt naar de naam. 

- Je omschrijft jouw klacht of vraag. 

Slide 23 - Slide

SLOT
- je schrijft over jouw verwachting (geld terug na klacht)
- je schrijft over een product krijgen of de verbetering van een dienst (na een vraag)

Slide 24 - Slide

Wat is jouw aanhef bij een zakelijke e-mail?
(twee antwoorden zijn goed)
A
Geachte heer/mevrouw,
B
Geachte Heer, Mevrouw,
C
Beste heer, mevrouw,
D
Beste Heer, Mevrouw,

Slide 25 - Quiz

Wat klopt NIET
A
In de inleiding stel je jezelf voor
B
In de kern werk je jouw klacht uit
C
In de inleiding zet je de gevolgen van jouw klacht
D
In het slot leg je uit wat jouw verwachting is

Slide 26 - Quiz

TIPS
- Lees je tekst altijd na, voordat je de e-mail verstuurt.
- Klopt het e-mailadres? 
- Wees altijd beleefd en respectvol in je communicatie: je wilt wat van de ander!
- Houd je tekst kort en bondig.

Slide 27 - Slide

Na het Schrijfdossier
Bouwsteen 04. vrijdag 5 + 12 april ►Samenhang (signaalwoorden)
- vrijdag 12 april het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 04.
Niet: Ellen, Jinke, Damian, Evan en Nick
Geef aan mij door via e-mail wat jouw besluit is. 


Bouwsteen 05. vrijdag 19 + 26 april ►Hoofd- en bijzaken
- vrijdag 26 april het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 05.
Niet: Ellen, Amber, Jinke, David, Damian en Nick.
► Ook hier geldt: mij mailen. 

Slide 28 - Slide

Bouwsteen 06. vrijdag 17 + 24 mei ► Informatie en meningen
- vrijdag 24 mei het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 06. 
Niet: Ellen, Amber, Jinke, Anton, Chris, Damian en Midas.
Geef aan mij door via e-mail wat jouw besluit is. 

Vrijdag 31 mei geen les ivm mondelinge examens. 

Bouwsteen 07. vrijdag 7 + 14 juni ► Evalueren
- vrijdag 14 juni het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 07.
Niet: Ellen, Romy, Evan en Manu.
► Ook hier geldt: mij mailen. 

Slide 29 - Slide

Bouwsteen 08.  vrijdag 21 + 28 juni ► Samenvatten
- vrijdag 28 juni het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 08.
Niet: Jinke, Leon en Nick.

Eindtoets Bouwstenen vrijdag 5 juli het 1e lesuur Nederlands.
Nulmeting Grammatica en Spelling. vrijdag 12 juli het 1e lesuur Nederlands.  

Over: twee lesuren in totaal:  vrijdag 5 en 12 juli het 2e lesuur. Die uren gebruik je om toetsen in te halen en vereisten af te ronden. 

Slide 30 - Slide

2. BOUWSTEEN 3: TAALBLOKKEN
3F Voorbeeld & theorie, leesleer de theorie (pg 3) en maak alle opdrachten.

► Lezen en luisteren, maken: 
pg. 1 - 3: opgave 1 t/m 8; 
pg. 5: opgave 13, 14; 
pg. 6: opgave 16, 17 en 18.


NB: vergeet de Woordenschat van Bouwsteen 3 niet (3F). 

Slide 31 - Slide

Wat onder werkwoordspelling valt:
persoonsvorm tegenwoordige tijd:   ik werk hier
persoonsvorm verleden tijd:                   vroeger werkte ik daar
voltooid deelwoord:                                  ik heb er gewerkt
onvoltooid deelwoord:                             al werkend knikte hij
gebiedende wijs:                                       werk door!
bijvoeglijk naamwoord:                           de werkende student

Slide 32 - Slide