3,1 Sparen

3,1 Sparen
Donderdag 10 oktober 2024
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

3,1 Sparen
Donderdag 10 oktober 2024

Slide 1 - Slide

Programma van deze les
-Actualiteit
-Uitleg 3,1
-Aan het werk met de opgaven van 3,1

Slide 2 - Slide

Opdracht in tweetallen
-We gaan het journaal kijken, schrijf in een schrift op: 
Welke fragmenten vallen onder:
-Wereldnieuws
-Europees nieuws 
-Lokaal nieuws 

Slide 3 - Slide

Wereldnieuws
Europees nieuws




Lokaal nieuws

Slide 4 - Slide

Waarom sparen wij geld?

Slide 5 - Slide

Levensloop
Dit zijn verschillende levensfases die jij in je leven doorloopt.
Voorbeelden van levensfases: Studeren, samenwonen, trouwen en met pensioen gaan.

Slide 6 - Slide

Sparen
-Sparen betekent dat je geld opzij zet en hier niet aankomt.
-Sparen bij een bank of in een spaarpot.
-Met sparen stel je het consumeren uit voor een later tijdstip.

Slide 7 - Slide

Spaarmotieven
-Redenen om te sparen noemen wij spaarmotieven.
-Sparen voor een doel: je wilt iets kopen dat duur is en je hebt daar nog niet genoeg geld voor.
-Sparen uit voorzorg: je wilt geld achter de hand hebben voor onverwachte gebeurtenissen.
-Sparen voor rente: je spaargeld levert extra inkomsten op

Slide 8 - Slide

Rente 
-Rente is de beloning die je krijgt, omdat iemand anders jouw geld tijdelijk mag gebruiken.
-Rente ontvang je geld van de bank waar jij spaart.
 

Slide 9 - Slide

Enkelvoudige rente
Je berekent daarbij de rente over het oorspronkelijke ingelegde bedrag.

500 euro op jouw spaarrekening
Je krijgt 2% rente
Wat is jouw nieuwe eindsaldo na 1 jaar?

Slide 10 - Slide

Bereken in je schrift 
-Je krijgt 5% rente over 1000 euro, wat is je nieuwe saldo nadat de rente bij jou spaarbedrag is opgeteld?

Slide 11 - Slide

Samengestelde rente
Rente over rente
Wanneer je meerdere jaren geld op een rekening laat staan ontvang je na jaar 1 rente, maar dat jaar erop ontvang je weer rente over dat bedrag.

Slide 12 - Slide

Voorbeeld samengestelde rente
-Mark zet 800 euro op zijn spaarrekening, hij krijgt de komende 4 jaar hier 3% rente over, wat is zijn eindsaldo na 4 jaar?

Slide 13 - Slide

Nominale rente
-Dit is de rente die je ontvangt op jouw spaarrekening.


Slide 14 - Slide

Reële rente
Dit is de nominale rente gecorrigeerd met de inflatie.
De inflatie heeft te maken met je koopkracht.
Inflatie is een stijging van het algemeen prijspeil
Let op: ''geld wordt minder waard is fout!''

Slide 15 - Slide

Voorbeeld reële rente
Je krijgt van de bank 5% rente op je spaargeld. 
Het inflatiepercentage is 4%.
Wat is de reële rente?
Indexcijfer reële rente  = indexcijfer nominale rente : indexcijfer inflatie x 100

Slide 16 - Slide

Aan het werk
-Opgaven van paragraaf 3,1
-Aan het einde van de les opdracht 7 bespreken

Slide 17 - Slide

Opdracht 7
-Zoë zet 2500 euro op een spaarrekening, ze krijgt jaarlijks 3% rente.
 

Slide 18 - Slide