1.7 A Grammatica zinsdelen & persoonsvorm

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom!

Pak je laptop(dicht), zet je tas op de grond.

Telefoons uit en niet zichtbaar.

Wat doen we deze les?

• doel
• zin en zinsdelen
• persoonsvorm
• snap je het?
• zelfstandig werken
• afsluiting 5 min voor einde les

Doel

Aan het einde van de les(sen) kan ik een zin in zinsdelen verdelen. De persoonsvorm benoemen in een zin. 

Zin en zinsdelen 

De stinkende man wast zijn vieze handen.

Wat zijn volgens jou de zinsdelen? 

de persoonsvorm

- altijd een werkwoord

Ik eet een appel. (eten)

- wat iemand is of iemand doet

Ik ben heel lief. (zijn)

- maak de zin vragend

Ben ik heel lief?

- begint nooit met een voorzetsel

Hoe vind jij de persoonsvorm in een zin?

Wat is de persoonsvorm?
Boris droomt van vliegende beesten.

1. Boris
2. droomt
3. vliegende
4. beesten

Zet de zin in zinsdelen.
De zingende koeien eten een grote slagroomtaart.

1. De/zingende koeien/eten/een grote slagroomtaart
2. De zingende koeien/eten/een grote slagroomtaart
3. De zingende koeien eten/een grote slagroomtaart
4. De zingende koeien/eten/een grote/ slagroomtaart

Wat is de persoonsvorm?
De kleine mus heeft een klein wormpje gevangen.

1. heeft
2. gevangen
3. wormpje
4. De kleine mus

zelfstandig werken

Hoofdstuk 1.7 Grammatica

opdracht: 1/2/4/5/6/7/8

Dit maak je online bij Talent in de ELO. Dus niet in je boek!