This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Argumenteren VWO 4 - periode 4
Slide 1 - Slide
Beginsituatie inschatten
Geef bij het volgende lesdoel steeds aan in hoeverre je het beheerst.
1 = Ik beheers dit (nog) niet
5 = Ik beheers dit volledig
Slide 2 - Slide
Onderscheid maken tussen standpunten en argumenten
Slide 3 - Poll
Wat is het standpunt in de volgende zin? Ik verwacht dat de opkomst bij de komende verkiezingen niet boven de 60% zal uitkomen. Die was de vorige twee keer immers 58% en 55%.
A
Ik verwacht dat de opkomst bij de komende verkiezingen niet boven de 60% zal uitkomen
B
Die was de vorige twee keer immers 58% en 55%.
Slide 4 - Quiz
Wat is het standpunt in de volgende zin? Omdat er ontzettend veel ongelukken gebeuren en mensen de gevaren niet zien, moet het gebruik van partydrugs met name op grote festivals beter gecontroleerd worden.
A
Het gebruik van partydrugs moet met name op grote festivals beter gecontroleerd worden.
B
Er gebeuren ontzettend veel ongelukken en mensen zien de gevaren niet.
Slide 5 - Quiz
Verschillende soorten standpunten herkennen
Slide 6 - Poll
Wat voor soort standpunt is dit? De bijdrage van Nederland aan het Eurovisie Songfestival is dit jaar weer niets want de zanger die we dit jaar afvaardigen kan niet zingen.
A
Positief standpunt
B
Negatief standpunt
C
Standpunt van twijfel
Slide 7 - Quiz
Wat voor soort standpunt is dit? Ik weet niet of sociale media een slechte invloed hebben op jongeren.
A
Positief standpunt
B
Negatief standpunt
C
Standpunt van twijfel
Slide 8 - Quiz
Wat voor soort standpunt is dit? Onderwijs in filosofie en morele vorming moet een standaardonderdeel worden van het lesprogramma.
A
Positief standpunt
B
Negatief standpunt
C
Standpunt van twijfel
Slide 9 - Quiz
Onderscheid maken tussen feitelijke en waarderende argumenten
Slide 10 - Poll
Geef aan of het gebruikte argument in de argumentaties feitelijk of waarderend is Ik verwacht dat de opkomst bij de komende verkiezingen niet boven de 60% zal uitkomen. Die was de vorige twee keer immers 58% en 55%.
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 11 - Quiz
Geef aan of het gebruikte argument in de argumentaties feitelijk of waarderend is Omdat er ontzettend veel ongelukken gebeuren en mensen de gevaren niet zien, moet het gebruik van partydrugs met name op grote festivals beter gecontroleerd worden.
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 12 - Quiz
Enkelvoudige, nevenschikkende en onderschikkende argumentatiestructuren herkennen
Slide 13 - Poll
Van welke argumentatiestructuur is hier sprake? Iedereen zou per direct moeten stoppen met roken, want roken is ontzettend slecht voor de gezondheid, want roken kan zorgen voor kanker, hart- en vaatziekten en een slechte huid.
A
Enkelvoudig
B
Onderschikkend
C
Nevenschikkend
D
Onder- en nevenschikkend
Slide 14 - Quiz
Van welke argumentatiestructuur is hier sprake? Iedereen zou per direct moeten stoppen met roken, want roken is ontzettend slecht voor de gezondheid en roken kost veel geld.
A
Enkelvoudig
B
Onderschikkend
C
Nevenschikkend
D
Onder- en nevenschikkend
Slide 15 - Quiz
Van welke argumentatiestructuur is hier sprake? Iedereen zou per direct moeten stoppen met roken, want roken is ontzettend slecht voor de gezondheid.
A
Enkelvoudig
B
Onderschikkend
C
Nevenschikkend
D
Onder- en nevenschikkend
Slide 16 - Quiz
Verschillende argumentatieschema’s herkennen
Slide 17 - Poll
Van welk argumentatieschema is hier sprake? Omdat jij je taalgebruik niet serieus neemt, zal je scriptie niet geaccepteerd worden.
A
Kenmerk of eigenschap
B
Voordelen en/of nadelen
C
Oorzaak en gevolg
D
Autoriteit
Slide 18 - Quiz
Van welk argumentatieschema is hier sprake? Suiker blijkt veel ongezonder dan onverzadigd vet te zijn Het Voedingscentrum presenteert dit in zijn nieuwe Schijf van Vijf en biedt alternatieven.
A
Voorbeelden
B
Voordelen en/of nadelen
C
Oorzaak en gevolg
D
Autoriteit
Slide 19 - Quiz
Van welk argumentatieschema is hier sprake? Shell gedraagt zich in de klimaatdiscussie als Hell's Angels. "Jullie hebben een probleem. Dat zijn wij. Wij kunnen dat oplossen, maar dan moeten jullie wel betalen.
A
Voorbeelden
B
Vergelijking
C
Oorzaak en gevolg
D
Autoriteit
Slide 20 - Quiz
Van welk argumentatieschema is hier sprake? De laatste paar jaar heeft PSV iedere competitiewedstrijd na een Europese overwinning verloren. Ze zullen het zondag dus moeilijk gaan krijgen.
A
Voorbeelden
B
Vergelijking
C
Oorzaak en gevolg
D
Autoriteit
Slide 21 - Quiz
En?
Geef nu op het voorblad van je werkboek aan bij welke paragrafen je wilt aansluiten bij de herhaling.
De docent kan hier eventueel paragrafen aan toevoegen op basis van de resultaten van deze LessonUp.